Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Christian HOFMANN VON HOFMANNSWALDAU

betekenis & definitie

is een der stichters der 2de Silezische dichterschool (Breslau 25 Dec. 1617 - 18 Apr. 1679), studeerde in 1637 te Leiden. Als reisgenoot van een vorstelijk persoon deed hij een tocht door Europa en werd bij zijn terugkeer benoemd tot raadsheer te Breslau.

Hij is een van de begaafde lyrici van het Duitse „Hochbarock”, vertoont de eigenaardigheden daarvan, de geraffineerdheid en de erotiek, maar ook de vlucht uit het wereldse leven in duidelijke vorm.Bibl.: Deutsche Übersetzungen und Getichte (1673, herdr. 1679, bevat o.a. Heldenbriefe en Der sterbende Sokrates); Guarini, Pastor Fido oder der getreue Schäfer übers. (1678); B. Neukirch, Herrn von H. und anderer Deutschen auserlesene Gedichte, 7 dln (1695-1727, bevat het merendeel van zijn lyrische poëzie).

Lit.: J. Ettlinger, C. H. von H. (1891); F. P. Greve, Ch. H. von H.

Auserlesene Gedichte (1907); F. Mayer, H. v. H. und die franz. Lit., diss. München (1924); R. Ibel, H.v.H. (1928, Germ.

Studien no 59); H. Geibel, Der Einfluss Marinos auf H. v. H., diss. Giessen (1938).

< >