Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Charles Louis Alphonse LAVERAN

betekenis & definitie

Frans geneeskundige (Parijs 18 Juni 1845 - 18 Mei 1922) , studeerde te Straatsburg; in 1867 promoveerde hij op een dissertatie over de regeneratie van zenuwen. In 1874 werd hij leraar in de ziekten en epidemieën van het leger aan de Ecole du Val-de-Grace.

In 1878 ging hij als officier van gezondheid naar Noord-Afrika, waar hij achtereenvolgens in Bone, Biskra en Constantine werd geplaatst. Hij bestudeerde in het bijzonder de „moeraskoorts” (malaria), o.a. het zwarte pigment dat in de inwendige organen van chronische lijders aan deze koorts was te vinden; hij vond dit pigment ook in de cellen van het bloed van de lijders aan malaria. Op 6 Nov. 1880 ontdekte Laveran tijdens deze onderzoekingen in dat bloed beweeglijke, op amoeben gelijkende gepigmenteerde lichaampjes, en op zweepdraden lijkende vormsels die hij spoedig als parasieten herkende: de oorzaak van de malaria, het plasmodium, was gevonden. Na veel tegenspraak en bestrijding is later algemeen erkend dat Laveran hier inderdaad gelijk had en dat malaria een ziekte is, die door op amoeben gelijkende parasieten, in de rode bloedlichaampjes levend, wordt veroorzaakt.In 1884 keerde Laveran naar Parijs en de Ecole de Val-de-Grace terug als leraar in de militaire hygiëne en de interne geneeskunde. Hij werkte daar verder aan het malariaprobleem, terwijl ook de trypanosomen en Leishmania, eveneens bloedparasieten, zijn aandacht hadden. In 1893 werd hij benoemd tot erelid van de Académie des Sciences en 1907 werd hem de Nobelprijs voor Geneeskunde toegekend. Zijn studies zijn neergelegd in meer dan 600 publicaties.

PROF. DR W. KOUWENAAR

Lit.: E. Sergent, La découverte de L. (Paris 1929).

< >