Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 26-08-2022

Bonilla y san martín, adolfo

betekenis & definitie

Spaans geleerde en publicist (Madrid 1875-1926), studeerde rechten en letteren aan de Universidad Central te Madrid en behoorde tot de begaafdste leerlingen van Menéndez y Pelayo. Hij werd hoogleraar in de geschiedenis der wijsbegeerte aan de Universidad Central.

Bibl.: (belangrijkste werken): Luis Vives y la Filosofia del Renacimiento (1903), Anales de la literatura española (1904), de eerste twee dln van een onvoltooide Historia de la Filosofia española (1908-1911); (het tweede deel behandelt de Joodse wijsbegeerte tot de 12de eeuw), El Mito de Psiquis (1908), Gonzalo de Córdoba y los orígenes del renacimiento filosófico en España (1911) en Las Bacantes o los origenes del teatro (1921). Verder gaf hij vele oude Spaanse teksten uit en bezorgde te zamen met de Noord-amerikaanse hispanist R. Schevill een critische uitgave van de volledige werken van Cervantes. Voorts leverde hij belletristisch werk: o.a. onder pseudoniem El Bachiller Alonso de San Martín, in samenwerking met Julio Puyol, een historische roman uit de tijd van Philips IV, La Hosteria de Cantillana (1902). Eindelijk vele artikelen, inz. in de Revue Hispanique van R. Foulché-Delbosc.

< >