Oostenrijks staatsman en staathuishoudkundige (Brünn, Moravië, 12 Febr. 1851 - Kramsach, Tirol, 27 Aug. 1914), studeerde rechts- en staatswetenschappen te Wenen, Heidelberg, Leipzig en Jena en vestigde zich in 1880 als privaat-docent in de staathuishoudkunde aan de universiteit te Wenen. In 1884 werd hij hoogleraar te Innsbruck, doch in de herfst van 1889 gaf hij zijn betrekking op en werd Ministerialrat bij het Oostenrijkse dep. van Financiën.
Bevorderd tot afdelingschef, werd hij vervolgens minister van Financiën, eerst in 1895, slechts voor korte tijd, toen van Nov. 1897 - Mrt 1898 en ten slotte van 1900-1904. Tijdens deze laatste periode wist hij het Oostenrijks-Hongaarse muntstelsel te reorganiseren. Na zijn aftreden werd hij benoemd tot hoogleraar in de staathuishoudkunde aan de universiteit te Wenen.Böhm-Bawerk was een der bekendste en bekwaamste aanhangers van de zgn. Oostenrijkse school. In het voetspoor van zijn leermeester Carl Menger ontwikkelde hij een waarde-, prijs- en inkomenleer op grondslag van het grensnutbeginsel. Zijn onvermoeide verdediging van dit stelsel en zijn critiek op afwijkende opvattingen heeft er in belangrijke mate toe bijgedragen de grenswaardeleer in brede kring ingang te doen vinden. Zijn belangrijkste levenswerk is gelegen in zijn onderzoekingen betreffende het kapitaal en vooral de kapitaalrente. Uitgaande van de grenswaardeleer behandelde hij de rente als een waardeverschijnsel, hij verklaarde haar als een waardeverschil tussen tegenwoordige en toekomstige goederen (agiotheorie). Zijn opvatting is niet algemeen aanvaard, maar heeft wel op de latere discussie over het vraagstuk grote invloed gehad. De loontheorie, die hij in aansluiting aan zijn interesttheorie opstelde, bevat elementen uit de oude loonfondstheorie. Hij toont zich in zijn geschriften een zeer scherpzinnig denker en een geducht criticus met grote polemische gaven.
In Nederland hebben zijn denkbeelden veel invloed uitgeoefend (N. G. Pierson, C. A. Verrijn Stuart e.a.).
W. J. VAN DE WOESTIJNE
Bibl.: Kapital und Kapitalzins (4de dr. 1921); de artikelen: Kapital en Zins in het Handw. der Staatsw. (4de dr.). Zijn Gesammelte Schriften en Kleinere Abhandlungen über Kapital und Zins zijn in 1924 en 1926 uitgeg. door F. X. Weiss (Leipzig-Wien).
Lit.: J. Schumpeter, Das wissensch. Lebenswerk B.-B.’s (in Zeitschr. f. Volkswirtsch. u. Sozialpol. 1914).