Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Beweging van tachtig

betekenis & definitie

is de naam waaronder de ca 1880 in Noord-Nederland door enkele jonge schrijvers en dichters ingezette beweging tot vernieuwing der letterkunde bekend is geworden. Deze letterkundige beweging kreeg in 1885 haar orgaan in het tijdschrift De Nieuwe Gids. De deelnemers er aan worden vaak populair de Tachtigers genoemd.

De voornaamste zijn Willem Kloos, Frederik van Eeden, Albert Verwey, die met Frank van der Goes en Willem Paap de oprichters van het tijdschrift zijn geweest, en voorts Herman Gorter, Lodewijk van Deyssel en Jacobus van Looy die geen deel uitmaakten van de redactie maar resp. voor de poëzie en het proza in belangrijke mate tot de vernieuwing bijdroegen. Men noemt de Tachtigers ook wel Nieuwe Gidsers, welke benaming echter ruimer is, daar De Nieuwe Gids ook niet-letterkundige medewerkers telde zoals Bolland, Jelgersma, Tak, Diepenbrock en Ch. van Deventer, en verscheidene schilders als Jan Veth en Van der Valk. Het tijdschrift bood plaats aan allen die in het geestelijk en maatschappelijk leven van die jaren naar vernieuwing streefden, alhoewel toonaangevende figuren als Kloos en Van Deyssel als extreme individualisten voor het streven van het opkomende socialisme niet openstonden. Voor de waardering van de impressionnistische schilders heeft De Nieuwe Gids sterk gepleit en tot hun erkenning bijgedragen. De aesthetische beginselen die de Tachtigers voorstonden zijn samen te vatten in hun verering voor de Schoonheid als doel en wezen der kunst. In naam hiervan bestreden zij de moraliserende verzen en geschriften van een oudere generatie van schrijvers en dichters, in het bijzonder de „predikantenpoëzie” van Beets en Ten Kate. Zij verkondigden de leer van het 1’art pour 1’art, waarmee vnl. bedoeld was dat een kunstwerk vooral als kunstwerk beoordeeld moet worden, en dat kunst en zedelijkheid geheel gescheiden begrippen zijn. Zij hebben in sterke mate het aanleggen van zuivere aesthetische maatstaven in de critiek bevorderd en aan poëzie en proza nieuwe impulsen gegeven, wat de poëzie betreft gestimuleerd door de Engelse romantische dichters uit het begin van de 19de eeuw, in het proza door de Franse naturalisten. Dat de beweging ca 1894 verliep door inzinking in de leiding (Kloos) en een minder individualistische evolutie en doelstelling van figuren als Verwey, Van Eeden en Gorter, doet aan de krachtige nawerking niet af, waardoor onze letterkunde zich ook nadien, het tijdelijk nadeel van een te ver gedreven woordkunst ten spijt, tot verdere bloei ontplooid heeft.Lit.: z Nieuwe Gids, Dej voorts: F. Coenen, Studiën van de Tachtiger beweging (1924); De beweging van Tachtig. Redevoeringen (Groningen 1938); G. Colmjon, De oorsprongen van de renaissance der Ned. lit. in het laatste kwart der 19de eeuw (1947, zeer critisch).

< >