Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ARNULF van metz

betekenis & definitie

29ste bisschop van Metz (614?-629) en stamvader van het Karolingse vorstenhuis. Arnulf, die van adellijke geboorte was, vertoefde eerst aan het hof van den koning van Austrasië, Theudebert II (595-612) te Metz, en vervulde openbare functies.

Hij werd de leider van de aristocratie en trad actief op in de burgeroorlogen, die uitliepen op het afzetten van Brunehilde ten gunste van Clotarius II in gans het Frankische Rijk. Hij werkte daarbij samen (613) met Pepijn den Oudere, wiens dochter Begga met Arnulf’s zoon Ansegisil gehuwd was. Het was uit dit huwelijk, dat de Karolingse dynastie voortsproot. Wellicht in het volgend jaar, 614, verkreeg Arnulf, hoewel hij een leek was, het bisdom Metz. Dit maakte geen einde aan zijn politieke bedrijvigheid. Hij bleef, met Pepijn, de leider van de aristocratie en daardoor de machtigste persoonlijkheid van het rijk.

Hij werd in 623 belast met de opleiding van den troonsopvolger, Dagobert. Onder dezen laatste verloor Arnulf echter zijn invloed. In 629 deed hij afstand van het bisdom Metz en nam hij afscheid van het hof en het politieke leven. Hij leefde verder als monnik in eenzaamheid en stierf tussen 640 en 655 in de reuk van heiligheid.Lit.: H. E. Bonnell, Die Anfänge der Karolinger (Stuttgart 1890); E. Mühlbacher, Deutsche Gesch. unter den Karolingern (Stuttgart 1890); A. Hauck, Kirchengeschichte Deutschlands, II, 3, 4. Aufl. (Leipzig 1904).

< >