(’Aπoστoλιχή παράδoσις), genoemd in de lijst op het standbeeld, vereenzelvigt men tegenwoordig algemeen met het geschrift, dat in zijn Koptisch-Sahidische redactie door Achelis Egyptische Kerkorde was genoemd. Deze identificatie, onafhankelijk van elkaar door Schwartz en Connolly bewezen aan de hand van het in 1900 door Hauler ontdekte fragmentarische Latijnse palimpsest van Verona, heeft een geheel nieuw licht geworpen op de onderlinge afhankelijkheid van de vroeg-kerkelijke Canones-literatuur.
Nog meer dan door de Leer der twaalf apostelen (Didache*) en de Didascalia* blijkt deze literatuur beïnvloed te zijn geweest door het geschrift van Hippolytus, waarvan de Griekse grondtekst nochtans, wegens de geringe belangstelling die men in het Westen en in het Griekse Oosten voor dit genre van verzamelingen had, spoedig verloren is gegaan. Deze samenhang is door Connolly aldus geformuleerd: het geschrift van Hippolytus, ons nu bekend uit de fragmenten van de oude Latijnse vertaling en uit verschillende volgens omstandigheden aangevulde redacties, welke circuleerden in de Monophysietische kerken (waar dit literaire genre lange tijd is beoefend), heeft ten grondslag gediend aan het Testament van onzen Heer Jezus Christus (5de eeuw), de zgn. Canones van Hippolytus (ca 500), het achtste boek van de Apostolische constituties (eind 4de of eind 5de eeuw) en het daaraan ontleende F.pitome. Sinds Connolly is Hippolytus’ auteurschap van de Apostolische overlevering slechts door Lorentz bestreden. Dix meent, dat het geschrift tot Hippolytus’ vroegere werken behoort (ca 215) en dat het, gezien de rigoristische trouw van de auteur aan de traditie, het Romeinse kerkgebruik weerspiegelt van de tweede helft der 2de eeuw. Van de inhoud zijn vnl. van belang: gebeden bij de wijding van een bisschop, bij de eucharistische viering en bij de wijding van priesters en diakens; bepalingen betreffende lagere geestelijke rangen, bekeerlingen en geloofsleerlingen, doop en volgende zalving, vasten, liefdemaaltijd, prediking, tijden van het gebed, en kruisteken. Het eucharistische gebed, dat de traditionele bouw van de Latijnse Canon der Mis en der Oosterse Anaphora’s vertoont, is merkwaardigerwijze op enkele feestdagen als Anaphora der apostelen in de Ethiopische kerk nog steeds in gebruik.C. A. BOUMAN
Lit.: E. Haule r, Didascaliae ap. fragmenta veronensia latina... (Leipzig 1900); Ed. Schwartz, Über die pseudo-apost. Kirchenordnungen (Straatsburg 1910); R. H. Connolly, The So-Called Egyptian Church Order and Derived Documents (Cambridge 1916; Texts and Studies VIII, 4); G.
Dix, The Treatise on the Apostolic Tradition of St. Hippolytus of Rome.... (London 1937); B. Botte, Hippolyte de Rome. La tradition apostolique (Paris 1946); R. Lorentz, De Egyptische Kerkordening en Hippolytu van Rome. Diss. Haarlem (1929).