Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

ANTONIUS van padua

betekenis & definitie

Heilige (Lissabon ± 1195 - bij Padua 13 Juni 1231), studeerde aan de domschool en trad, pas 15 jaar oud, binnen bij de reguliere kanunniken van die stad. Na twee jaar verhuisde hij naar Coimbra, volbracht daar zijn theologische studies en werd er waarschijnlijk ook priester.

In 1220, toen hij de triomfantelijke overbrenging mocht beleven van de relikwieën der vijf Minderbroeders, die in Marokko de marteldood gestorven waren, besloot hij ook in hun orde te treden. Zo ging hij eveneens naar Marokko, doch ziekte dwong hem terug te keren. Een storm wierp hem op de kust van Sicilië en van daar begaf hij zich naar het generaal kapittel te Assisi. Toen men zijn redenaarstalent had opgemerkt, werd hij als prediker aangeduid en de Heilige Franciscus schreef hem ook eigenhandig een brief, waardoor hij hem tot eersten lector der theologie te Bologna benoemde. In 1223 of 1224 predikte hij tegen de Albigenzen in Zuid-Frankrijk. In 1227 was hij weer terug in Italië en zijn voornaamste zorg bleef het Woord Gods.

Vrijmoedig geselde hij de sociale plagen van zijn tijd en zijn bijval was buitengewoon: er waren soms tot 38 000 toehoorders. Hij stierf nabij Padua. Zijn begrafenis, een echte zegetocht, had op een Dinsdag plaats. Dat is de oorsprong van de devotie der 9 Dinsdagen. Het jaar daarop was het getal mirakelen reeds zó groot, dat niet langer werd gewacht om Antonius heilig te verklaren. Zijn feestdag is 13 Juni.Over dezen volksheilige werd zeer veel geschreven, doch meestal met legende en historie dooreen. Hij wordt als helper bij het terugvinden van verloren zaken aangeroepen. Aan de sociale werkzaamheid van den groten volksprediker herinnert het Antoniusbrood, een aalmoes ter ere van den heilige om zijn voorspoed te verkrijgen. In 1945 verleende paus Pius XII hem de titel van Kerkleraar.

Lit.: De Kerval, S. Antonii vitae duae (Paris 1904); Van Ruyteghem, Leven van den H. Antonius van Padua (Mechelen 1915); Lohuis, Leven van den H. Antonius (Roermond 1931); Ernest Gilliat-Smith, Saint Anthony of Padua according to his contemporaries (London 1926).

Kunst

De oudste schilderingen geven den heilige in Franciscanerpij gehuld, enkel met een boek in de hand. In de kunst van Midden-Italië, een enkele maal ook in Noord-Italië, zien we hem met een vlam in de handen, vaak ook een hart; in de kunst der 16de eeuw (Toskane, minder vaak Umbrië) zijn beide attributen verenigd: uit de bovenste hartsader stijgt een vlam omhoog (een beeld, tezelfder tijd in Frankrijk voor de wereldse minne gebezigd). Vlam en hart komen als attributen van den H. Antonius benoorden de Alpen zelden of nooit voor; des te meer het boek (symbool van zijn kennis der Schriftuur). Het grote kruis, dat Gerard David hem in de hand geeft (Engelse private collectie), behoort tot de zeldzaamheden (zie ook Davids paneel te Wenen, Kunsthist. Museum).

Reeds bij de 15de-eeuwse Italianen verschijnt hij met een lelie (beeld zijner zuiverheid); deze bloem verkrijgt eerst na de Middeleeuwen burgerrecht in de noordelijke kunst. Vroeger kende men hier het waarschijnlijk in Italië of Spanje (Valencia, kathedraal) ontstane attribuut van het Jezuskind, dat gewoonlijk plaats heeft genomen op zijn geopend of gesloten boek. Een der oudste voorbeelden is dat van Gerard David te Wenen. Dit Kindje blijft zijn beeltenis voortaan trouw vergezellen en is de vrucht van een vrij late legende, die verhaalt hoe zijn gastheer hem eens ontdekte, omstraald door licht, in vertrouwelijk gesprek met den kleinen Jezus. Vaak knielt naast of achter hem een ezel, die dan naar den heilige opziet, in wiens handen Hostie of monstrans straalt (sinds het eind der 15de eeuw): de voorstelling houdt verband met de legende, volgens welke een hongerige ezel zijn voerbak onaangeroerd liet om eerst eerbiedig voor het altaarsacrament te knielen, dat Antonius in zijn handen hield, een wonderdadige gebeurtenis, die bij vele weerspannigen en lauwen het geloof in Eucharistie weer opwekte of verlevendigde. Aan de legende van Antonius’ preek voor de vissen herinnert de vis, welke in zeldzame gevallen op zijn geopende hand ligt: aldus op een geweven antipendium uit 1502 (Wenen), waar hij ook op een kleine stok de kruistitel I.N.R.I. draagt.

Bekend zijn de Antonius-voorstellingen van Ant. van Dijck (Maria verschijnt den heilige en reikt hem haar kind) en Murillo. De moderne Nederlandse kerkelijke kunst heeft den heilige wel het schoonst verheerlijkt op de ramen van Henri Jonas in de hem toegewijde kerk te Bleijerheide (L.) (1932-1936).

DR JOHN B. KNIPPING

Lit.: C. de Mandach, St Antoine de Padoue et l’art italien (Paris 1898); Beda Kleinschmidt O.F.M., Antonius von Padua (Düsseldorf 1931).

< >