Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Anton de HAEN

betekenis & definitie

Nederlands geneeskundige (’s-Gravenhage Dec. 1704 - Wenen 13 Mei 1776), studeerde te Leiden onder Boerhaave, werd door Van Swieten naar Wenen geroepen, waar hij deze later opvolgde als professor en hoofd van de faculteit, waar hij (belangrijk) meewerkte aan de zgn. „oude Wener schoor’ door zijn talenten als bestuurder en docent. Zijn heerszucht en conservatisme uitte zich bijv. in zijn bestrijding van de inenting tegen pokken, en in zijn verwaarlozing van de percussie, die toen door Auenbrugger werd uitgevonden.

Wel maakte hij dankbaar gebruik van de koortsthermometer.

< >