of La Salle, Frans schrijver (ca 1388 - 1 Juni 1461), geboortig uit de Provence (Arles), buitenechtelijke zoon van een befaamd legeraanvoerder, leefde als secretaris en opvoeder van hoge edellieden aan verschillende hoven, het laatst aan dat van Bourgondië. Hij heeft naam verworven door zijn verhalend opvoedkundig werk La Salade (geschreven ca 1440, gedr. 1517/’ 18), meer nog door de merkwaardige roman L’Histoyre et plaisante cronicque du petit Jehan de Saintré et de la jeune dame des Belles-Cousines (geschreven 1456, gedr. 1521, uitg. door G.
Hellény, 1890, door P. Champion en F. Desonay, 1926), waarin hij de levensloop van de volmaakte ridder onder vrouwelijke leiding schildert. Voorts schreef hij in 1459 twee verhandelingen, Des anciens tournois et faictz d’armes en Journée d’Onneur et de Prouesse. Volgens sommigen is hij ook de auteur der Cent nouvelles nouvelles (iste dr. Parijs i486); hij is ook wel (vermoedelijk ten onrechte) beschouwd als de schrijver van het meesterlijke boek Les Quinze Joyes de mariage (gedr. Lyon ca 1480/’90), een der meest vermaarde satires in de Franse literatuur.Lit.: E. Gossart, A. de La S. (Bruxelles 1902) ; J. Nève, A. de la S. (1903, bevat o.a. de tekst v. Journée d’onneur) ; C. Knudson, A. de la S., in: Romania LUI (1927) ; Fernand Desonay, in: Revue du XVIe siècle, dl XIV (1927); Marcel Gressot, Vocabulaire des Quinze Joyes de Mariage (1939; uitv. ook over datering en auteurschap — noch La Sale noch Gilles Bellemère— met lit. opgave). Uitg. van Les Quinze Joyes de mariage door P. Jannet (1857); door Heuckenkamp (1901) en F. Fleuret (1936).
