Spaans literatuurhistoricus en dichter (Barcelona 1900), heeft al zijn publicaties gewijd aan de taal en de letterkunde van Castilië en schrijft, ofschoon in Catalonië geboren, uitsluitend in het Spaans. Zijn proefschrift waarop hij te Madrid promoveerde, Los autos sacramentales de Calderón (1923), verwierf de „premio Fastenrath” (1926) van de Kon.
Spaanse Academie. Na enige jaren als „catedratico” aan universiteiten in zijn vaderland werkzaam te zijn geweest, trad hij als docent voor het Spaans op in Portorico, daarna in Cambridge (1933-1935). Thans is hij hoogleraar te Murcia.Valbuena Prat verzorgde uitstekende uitgaven van werken van Galderón, Mira de Amescua, Cubillo de Aragón en andere grote Spaanse auteurs, die hij voorzag van belangrijke studies. Zijn grote bekendheid dankt hij echter in de eerste plaats aan zijn voortreffelijke Historia de la literatura espanola (3 dln, 3de zeer vermeerd. dr. Barcelona 1950). Zij is meer beschouwend dan informatief en veronderstelt vele zaken als bekend. De auteur ziet de ontwikkelingsgang van de letterkunde die hij beschrijft, niet alleen in het grote verband der Westeuropese literatuur, maar ook in verband met de beeldende kunsten van ons continent in het algemeen en die van Spanje in het bijzonder. Valbuena Prat heeft onze tijd vooral het symbolische en dichterlijke aspect van Calderón’s drama’s en autos sacramentales doen bewonderen.
Bibl. (beh. de gen.): Literatura dramatica española (1930); Antologia de poesia sacra espanola (1940, ook de levenden); La poesia espanola contemporanea (1930). Gedichten: Dios sobre la muerte (1939).