of BACCIO, Italiaans arts uit San Elpidio nabij Ancona, bezat in de 16de eeuw als geleerde grote faam, maar verviel nogal gemakkelijk in buitensporigheden, zoals o.a. uit de titels van zijn boeken blijkt; dit was overigens een algemeen gebrek in zijn dagen. Zijn geschriften over baden en warme bronnen werden zeer gewaardeerd.
Hij schreef verschillende beschouwingen over triakel (tegengif o.a. bij slangenbeet), over de wijnen der verschillende streken van Europa, over bieren en andere dranken. Voorts schreef hij over de toepassing van de hoef van de eland bij de bestrijding van vallende ziekte, verder over de eenhoorn en diens buitengewone eigenschappen, over edelstenen en andere kostbare gesteenten waarvan geneeskrachtige werking heet uit te gaan. Deze beminnelijke schrijver van buitengewone eruditie had in zijn praktijk niet bijster veel succes; niettemin was hij lijfarts van kardinaal Ascanio Colonna en eerste arts van Paus Sixtus V.DR J. G. G. TRICOT-ROYER
