is de naam van een vereniging, in 1860 te Parijs gesticht en strekt zich uit over de gehele wereld. Zij heeft te Parijs een Centraal Comité van een zestigtal leden, waarvan de helft aldaar woonachtig is.
Haar doel is: de verdediging van de Joodse naam tegen elke aanval en voorts overal de gelijkstelling en de zedelijke ontwikkeling der Israëlieten te bevorderen; degenen, die van anderen hebben te lijden, omdat zij tot Jacobs nakomelingschap behoren, bijstand te bieden en de verspreiding van ieder geschrift te ondersteunen, dat zij geschikt acht voor het oogmerk der vereniging. De eerste voorzitter van deze Alliance was Koenigswarter. Veel heeft de Alliance ook te danken aan de steun van één der stichters, later voorzitter, I. A. Crémieux, in 1870 minister van Justitie in Frankrijk. In 1863 werd te Amsterdam een Nederlandse afdeling opgericht onder voorzitterschap van Dr Sarphati.De Alliance telde vóór Wereldoorlog II ongeveer 25 000 leden, haar jaarlijkse uitgaven bedragen zes millioen francs; zij beheert voor het onderhoud van Israëlietische scholen in Marokko, Bulgarije, Griekenland, Syrië, Palestina, Egypte, Mesopotamië, Tripoli, Tunesië en Perzië een fonds van tien millioen francs, gesticht door baron en baronesse de Hirsch, en geeft een maandelijks geschrift Paix et Droit uit. Zij is steeds werkzaam door haar tussenkomst bij de regeringen of door haar vertegenwoordigers in het belang der Joden, sticht en onderhoudt scholen in oorden, waar deze ontbreken (bijv. in Noord-Afrika), plaatst jongelingen in de leer bij handwerkslieden en bevordert de wetenschap door ondersteuning der uitgave van door Israëlieten geschreven werken, alsmede door een jaargeld te verlenen aan Israëlietische geleerden. Zij heeft o.a. een landbouwschool gesticht te Jaffa bij Jeruzalem, ingericht voor 200 leerlingen.
Gedurende de Russisch-Turkse oorlog van 1877 heeft zij de ellende aanmerkelijk verzacht en op het congres van 1880 te Berlijn haar invloed doen gelden om overal gelijkstelling te verkrijgen voor de verschillende godsdienstige secten. Eveneens verleende zij hulp tijdens de Jodenvervolgingen in Rusland (1881-1882 en later), alsmede in 1900 en 1901 in Roemenië, in de Balkanoorlog en in de oorlog van 1914-1918. Tijdens Wereldoorlog II is het zwaartepunt van de arbeid verlegd naar Amerika.
De Alliance Israélite Universelle werkt samen met en is het verbindingsorgaan tussen het Joint Foreign Committee, de Jewish Colonization Association en het American Jewish Committee.
Lit.: Narcisse Leven, Cinquante ans d’histoire: l’Alliance Israélite Universelle (2 dln, Paris 1911-1920); Les origines et le programme de l’Alliance I. U. (1923); Bulletin de l’Alliance Israélite Universelle van 1864-1913: „Paix et Droit” sinds 1921.