Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-06-2022

Alleluia

betekenis & definitie

volgens het Hebreeuwse Hallelu-Ja(ve), betekent: Looft God; uitroep van dankbare vreugde, door de Kerk overgenomen van de Synagoge en in alle liturgieën gebruikt. In de Romeinse ritus wordt ’s Zaterdags vóór Septuagesima plechtig afscheid genomen van de Alleluia zang (in de middeleeuwen heette men dit: begraven) ; als te feestelijk beschouwd voor de aanstaande boetetijd; in de pontificale mis van Paaszaterdag wordt hij met nog meer plechtigheid weer afgekondigd, als zijnde de Paaszang bij uitstek.

Gedurende de Paastijd wordt het Alleluia aanmerkelijk meer gebruikt in de liturgie dan in de overige tijd van het Kerkelijke Jaar. Ten tijde van St. Augustinus zong heel het volk het Alleluia mede. Hij heeft er zelfs meermalen over gepreekt (Serm. 252, 255, 256).De naam Alleluia wordt ook gebruikt ter aanduiding van een zwarte toog zonder mouwen, ten gebruike van gasten, die de toog niet bij zich hebben en toch de H. Mis willen lezen.

< >