(Karel), Vlaams folklorist (Herdersem 12 Jan. 1850 - Antwerpen 2 Mrt 1921), studeerde aan de Normaalschool van Lier, werd onderwijzer te Moorsel en Herdersem en in 1873 hoofdonderwijzer te Denderleeuw. Aanvankelijk schreef hij enige schoolboeken, maar daarnaast ook reeds bijdragen op het gebied van de volkskunde, waarin hij weldra een mede-arbeider vond in Pol de Mont, die in 1880 het tijdschrift Volkskunde had opgericht en waarin De Cock belangrijke bijdragen over volksgeneeskunde publiceerde.
Samen met Pol de Mont stelde hij de bekende sprookjesbundels samen: Dit zijn Vlaamsche Wondersprookjes (Gent 1896, herdr. als: Wondervertelsels uit Vlaanderen, Zutfen 1924) en Dit zijn Vlaamsche Vertelsels (Gent 1898, herdr. als: Vlaamsche volksvertelsels, Zutfen 1927). Als antwoord op een prijsvraag der Koninklijke Vlaamse Akademie schreef hij een verhandeling over de Vlaamse kinderspelen, hij bewerkte vervolgens, samen met Is. Teirlinck, een verzameling van Brabantse sagen en was verder werkzaam op het gebied der spreekwoorden en van het volksgeloof.Bibl.: Rond den Heerd (Gent 1890); Volksgeneeskunde in Vlaanderen (Gent 1891); Wonderen uit het Plantenrijk (Gent 1892); Kinderspel en Kinderkist in Zuid-Nederland (met Is. Teirlinck, 8 dln, Gent 1902-1908); Spreekwoorden en zegswijzen, afkomstig van oude gebruiken (Gent 1905); Brabantsch Sagenboek (met Is. Teirlinck, 3 dln, Gent 1909-1912); Spreekwoorden en zegswijzen over de vrouwen, de liefde en het huwelijk (Gent 1911); Natuurverklarende Sprookjes (2 dln, Gent 19111912); Volkssage, Volksgeloof en Volksgebruik (Antwerpen 1918) ; Studiën en Essays over oude volksvertelsels (Antwerpen 1919) ; Spreekwoorden, zegswijzen en uitdrukkingen op volksgeloof berustend (2 dln, Antwerpen 1920-22).
Lit.: M. de Meyer, A. de Cock, zijn werk, in: Dietsche Warande en Belfort (1921); F. v. Es in Paginae bibliographicae (1927); Herdenkingsalbum A. d. C. (Brugge 1929, met bibliografie).
