Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

Albert APPONYI

betekenis & definitie

graaf, Hongaars staatsman (Wenen 29 Mei 1846 - Genève 7 Febr. 1933), bezocht het Jezuïetenseminarie te Kaltesburg en de universiteiten te Wenen en Boedapest, werd in 1872 parlementslid en was eerst aanhanger van Déak, maar toen diens partij uiteenviel, sloot Apponyi zich bij de conservatieve vleugel aan en bestreed hij fel het liberale kabinet-Tisza. Later ging hij, na Tisza’s aftreden, weer over tot de regeringspartij, werd in 1901 voorzitter van het Huis van Afgevaardigden, trad op 26 Nov. 1903 weer uit de liberale partij en vormde in 1904 de nationaal-Hongaarse partij, die onafhankelijkheid van Wenen wilde.

Van 1906-1910 was hij minister van Onderwijs in het Coalitie-kabinet-Wekerle en in 1907 bewerkte hij een schoolwet, die het onderwijs voor de niet-Hongaarse volken magyariseerde. In 1918 trok hij zich aanvankelijk terug, maar in 1919 werd hij weer parlementslid zonder tot een bepaalde partij te behoren.Hij werd hoofd van de Hongaarse vredesdelegatie en wist zich daarbij veel achting te verwerven, maar kon de voor Hongarije ongunstige vrede van Trianon (4 Juni 1920) niet verhinderen. Hij was nu, na de onafhankelijkheid van Hongarije, legitimist, d.w.z. voorstander van het koningschap onder het Huis Habsburg. Op hoge leeftijd vertegenwoordigde hij Hongarije in de Volkenbond, waar hij door zijn redenaarstalent indruk maakte.

Lit.: Albert Apponyi, Erlebnisse und Ergebnisse (1933); A. Petho, Le comte A. A. (Paris 1931).

< >