Zweeds schrijfster (Vaxjö 9 Oct. 1894 Stockholm 10 Mrt 1940), officiersdochter, kwam herhaaldelijk in botsing met haar conservatieve omgeving, waarmee zij geheel brak na haar huwelijk met David Sprengel (1920), een talentvolle schrijver en criticus, volgeling van Georg Brandes. In haar werken, waarin de handeling zich altijd afspeelt in het haar vanouds vertrouwde milieu van een adellijke aan traditie gebonden familie met hechte familiebanden, uit zij al haar wrok, en de tijdgenoten zagen hierin sleutelromans, die aanstoot gaven.
Haar verdienste ligt in de fijne analyse van de vrouwenziel. Zij beschrijft bij voorkeur het abnorme geestelijke leven en behandelt met een voordien in de Zweedse literatuur ongekende openheid het sexuele leven van haar hoofdpersonen. De Tony-boeken, die de ontwikkeling van een jong meisje beschrijven, verdienen een plaats in de wereldliteratuur.Bibl.: de trilogie: Tony vaxer upp (1922), Tonys laroar (1924) en Tonys sista laroar (1926); een romancyclus in 7 dln: Fröknarna von Pahlen; een onvoltooide romancyclus in 4 dln: Fattigadel (1935-1938).