De annexatie van de Transvaal door Shepstone (1877) en de overwinning der Boeren bij Amajuba (1881) brachten geheel Zuid-Afrika, waarin reeds enige tijd een Hollands-Afrikaans nationaal bewustzijn was opgeleefd, in beroering. Cultureel kwam dit tot uiting in de sedert 1875 georganiseerde „Afrikaanse taalbeweging”, politiek in de 4 Juli 1879 gestichte Afrikaander Bond, waartoe Ds S.
J. du Toit de stoot gaf en die ten doel had een verenigd Zuid-Afrika tot stand te brengen onder eigen vlag. In den beginne vond de Afrikaander Bond in de Kaapkolonie slechts weinig aanhang; in de Vrijstaat, waar F. W. Reitz e.a. hem propageerden, vond hij meer steun en in Transvaal kwam onder leiding van P. J. Joubert in 1881 een afdeling tot stand. Toen breidde hij zich ook in de kolonie uit, doordat vele leden en afdelingen van de in 1878 door J. H. Hofmeyr gestichte Boerenbeschermingsvereniging toetraden. Hofmeyr zag dit met tegenzin, omdat hij de uitgesproken anti-Engelse beginselen van de Afrikaander Bond: het afschaffen van de Britse vlag en zijn separatistisch republikanisme niet deelde. Met het doel, van binnen uit invloed op de gang van zaken te kunnen uitoefenen, trad hij zelf als lid toe. Zijn opzet gelukte hem in Mei 1883 op een congres te Richmond. Hier werd het doel van de Afrikaander Bond in die zin gewijzigd, dat hij voortaan zou streven naar het tot stand brengen van een verenigd Zuid-Afrika onder Britse vlag met uiteindelijke bestemming tot zelfstandigheid. Sedert maakte de Afrikaander Bond in de Kaap veel opgang als drager van eigen koloniale politiek. Deze vond noch in de Vrijstaat noch in Transvaal veel weerklank, maar in de Kaap voerde de regering uit wat de Bond wenste. Dit werd in toenemende mate het geval, toen er tussen Hofmeyr en C. J. Rhodes een band van vriendschap en van politieke geestverwantschap bleek te bestaan en laatstgenoemde, gesteund door de Bond, in 1889 Eerste Minister werd. Deze samenwerking duurde niet lang. De Jameson-inval bracht velen, ook Hofmeyr, tot bezinning. De Bond brak met Rhodes zonder echter de opvattingen van Krüger c.s. tot de zijne te maken, zoals Rhodes placht te beweren. Van nu af aan verzwakte hij. En toen de Tweede Vrijheidsoorlog in 1899 was uitgebroken en de krijgswet in de Kaap was afgekondigd, hield hij feitelijk op te bestaan. In 1903 konden de Afrikaners zich opnieuw politiek organiseren. Het doel van de herleefde Bond werd nu aldus omschreven: „Hij bedoelt de ontwikkeling van een gevoel van eenheid tussen de differente nationaliteiten van Brits-Zuid-Afrika en de vereniging van de Brits-Zuidafrikaanse Koloniën in een Federale Unie met inachtneming van de onderlinge belangen van de Koloniën en van het oppergezag van de Britse Kroon.”Het aannemen van dit program verwekte in vele Hollands-Afrikaanse kringen blijvende ontevredenheid en nooit meer kwam voor de Bond de bloeitijd van 1895 terug. Hij verdween, toen de Unie in 1910 tot stand was gekomen. Andere verhoudingen riepen andere partijtegenstellingen in het leven. De beginselen, die hij voorstond, leven echter voort in de oudere leden van de tegenwoordige Verenigde Partij.
PROF. DR M. BOKHORST.