Waterleidingen dienen tot het af- of aanvoeren van water. Men graaft waterleidingen in drassige landen, om deze van het overtollige water te ontlasten en voor ontginning en cultuur geschikt te maken. Voorts bouwt of graaft men waterleidingen, die het vocht uit rivieren naar landen brengen, die behoefte hebben aan besproeijing.
Hoogst merkwaardig echter zijn de waterleidingen van vroegeren en lateren tijd, welke dienden of nog dienen om groote steden van goed drinkwater te voorzien. Men had er onderscheidene te Rome en in andere Romeinsche steden der Oudheid, en ook in Klein-Azië en Griekenland worden overblijfselen gevonden van voormalige aquaeducten. Zij werden gewoonlijk boven den grond aangelegd en liepen over gemetselde bogen. Deze laatsten vormden somtijds eenige bogenverdiepingen boven elkander. In ons Vaderland heeft men eene voortreffelijke duinwaterleiding te Amsterdam, en ook in de stad Groningen en elders heeft men er ter bevordering van de volksgezondheid gesticht.
