Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Viehoff (Heinrich)

betekenis & definitie

Viehoff (Heinrich), een verdienstelijk letterkundige, geboren-den 28sten April 1809 te Büttgen bij Neusz, studeerde te Bonn, was vervolgens gedeeltelijk werkzaam als huisonderwijzer bij eene grafelijke familie, gedeeltelijk op reis, verkreeg in 1833 de betrekking van leeraar aan het gymnasium te Emmerik, werd in 1838 eerste leeraar aan de reaalschool te Düsseldorf en zag zich in 1850 benoemd tot directeur van scholen te Trier, welke betrekking hij bekleedde totdat hij in 1876 pensioen ontving. Hij schreef: „Goethe’s Leben (1847—1849, 4 dln; 4de druk, 1877)”, — verklaringen op „Goethe’s Gedichten (1846— 1854, 3 dln; 3de uitgave 1876, 2 dln)”, — op „Schiller’s Gedichten (1839—1840, 5 dln; 5de druk, 1876, 3 dln)”, — en leverde eene uitgave van Hoffmeisters: „Leben Schillers (1846—1853, 3 dln; 2de druk, 1875)”, — voorts een „Handbuch der deutschen Nationallitteratur (laatste druk 1875, 3 dln)”, — en eene „Vorschule der Dichtkunst (1860)”, alsmede vertalingen van stukken van Shakspere, Racine en Sóphocles en stichtte met Herrig het „Archiv fur das Studium der neueren Sprachen”.

< >