Vermeijen (Jan Cornelisz.), een verdienstelijk Nederlandsch schilder, geboren te Beverwijk in 1500, was aanvankelijk een beoefenaar der meetkunde en legde zich vervolgens toe op het schilderen van landschappen. Hij stoffeerde ze met gevechten en kwam in dienst van Karel V, dien hij op zijne krijgstogten vergezelde en wiens krijgsbedrijven tegen Barbarossa en in Tunis hij in teekening bragt, naar welke later tapijten werden geweven, die met de cartons te Weenen nog bewaard worden. Daarna trok hij met den Keizer naar Italië, waar hij van de groote steden teekeningen en later schilderijen vervaardigde, die bij een brand in het Prado te Madrid in 1608 meerendeels verloren gingen.
Eindelijk vestigde hij zich te Brussel, waar hij in 1559 overleed. Aan de kerk St. Gorik aldaar, waar hij begraven werd, had hij eene „Opstanding van Christus” ten geschenke gegeven. De Spanjaarden noemden hem wegens zijn langen baard Juan de Moyo el Barbudo.