Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Uzbeken

betekenis & definitie

Uzbeken of Oezbegen is de naam van een Tartaarsch-Mongoolsch volk, dat bij het verval van de „Gouden Horde” zich ten noorden van het meer van Aral vereenigde, na den val der Timoeriden zich de heerschappij in Trans-Oxanië toeeigende en na dien tijd alle Turken uit de meest verschillende stammen in zich opnam, die hunne zwervende levenswijs wilden verlaten. Van den oostelijken oever van het Meer van Aral, langs de boorden van de Oxus, tot aan het Thiansjan-gebergte gevestigd, verschillen de Uzbeken alleen in uitwendig voorkomen door de overhand van het Turksch of het Perzisch bloed. In aanleg en inborst komen zij met de Turken overéén; zij onderscheiden zich door welwillendheid, een mannelijk karakter, gehechtheid aan oude zeden en gebruiken, strijdlust, traagheid en bijgeloof. Hun aantal bedraagt ongeveer een millioen; niettemin hebben zij zich meester weten te maken van het gezag in Toeran.

Zij hebben zich bij het aannemen van den Islam meerendeels op vaste woonplaatsen gevestigd; slechts een klein gedeelte van hen behoort tot de zwervende horden. Sommigen van hen zijn voorts alleen in de zomermaanden zwervende. Hunne kleeding bestaat uit een lang en ruim gewaad (chalat) van eene grove zijden stof (aledsja) of van kemelshaar (armik), terwijl zij het hoofd bedekken met een rooden of witten tulband. De vrouwen hullen zich in een sluijer, die van het hoofd tot de voeten reikt en leiden een zeer ingetogen leven. De Uzbeken voeden zich vooral met schapenvleesch, en hun meest-geliefde drank is koemis. Hunne voornaamste bezigheid is schapenfokkerij, alsmede landbouw en zijdeteelt. In de aan hen onderworpene landen vormen zij den adel en bekleeden er de hoogste waardigheden.

< >