Een verdienstelijk Nederlandsch regtsgeleerde, geboren te Puttershoek den 3den Januarij 1775, studeerde te Leiden in de regten en promoveerde op eene dissertatie: „De mulieris in repetenda dote privilegio, ejusque usu in foro Hollandico (1796)”. Hij vestigde zich als advocaat te 's Gravenhage, maar zag zich weldra benoemd tot hoogleeraar in de regten aan het athenaeum te Deventer. Hij aanvaardde die betrekking den 13den April 1797 met eene oratie: „De juris Romani addiscendi utilitate etc”.
Nadat hij voor een beroep naar Harderwijk bedankt had, trad hij in 1801 op als professor te Groningen met een oratie: „De sapiente legislatore ad communem utilitatem civium mores componente”, bekleedde er van 1808—1809 de waardigheid van rector magnificus en overleed den 27sten November 1820. — Zijn zoon mr. Albertus Jacob Duymaer Twist, studeerde en promoveerde desgelijks in de regten, werd lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in 1851 gouverneur-generaal van Neerlandsch Xndië, en is thans lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
