Tourville (Anne Hilarion de Contentin, graaf van), een verdienstelijk Fransch zeeofficier, geboren den 24sten November 1642 te Tourville (La Manche), trad in 1656 in de Maltézer Orde, onderscheidde zich in den strijd tegen de Mooren, nam in 1660 dienst bij de Fransche marine, werd in 1667 kapitein en voerde in 1672—1674 bevel over een linieschip in den oorlog tegen de Nederlanders en Spanjaarden in de Middellandsche Zee.
In 1675 diende hij eerst onder den Chevalier de Valbette en vervolgens onder Duquesne. Bij zijn terugkeer van Agosta, waar hij met roem gestreden had, vernielde hij in 1677 bij Palermo twaalf schepen der Nederlandsch-Spaansche vloot. In 1680 zag hij zich benoemd tot luitenant-generaal der zeetroepen, en in 1682 en 1683 bombardeerde hij Algiers, beschoot in 1684 Genua en in 1688 Algiers voor de derde maal. In 1689 werd hij bevorderd tot vice-admiraal in den Levant, en in 1690 voerde hij bevel over de vloot, die de onderneming van Jacobus II in Ierland ondersteunde. Als Opperbevelhebber der Fransche Kanaalvloot behaalde hij in den zeeslag bij het eiland Wight in Julij 1690 de overwinning op de Nederlandsch-Britsche vloot, die uit 112 schepen bestond. Om de voorgenomene landing der Jacobieten op de Britsche kust mogelijk te maken, moest hij den 28sten Mei 1692 op de hoogte van Kaap La Hogue de Nederlandsch-Britsche vloot onder admiraal Russell aantasten, maar geraakte er tusschen twee vuren en leed de nederlaag. In 1693 ontving hij de benoeming tot maarschalk van Frankrijk, veroverde in Junij 27 schepen, tot eene Nederlandsch-Britsche koopvaardijvloot behoorende, en vernielde er nog 45 bij de vervolging. Hij overleed den 28sten Mei 1701.
