Strandvonderij is de instelling, waarbij het beheer over aan het strand zich bevindende of uit zee aangespoelde goederen aan bepaalde, bij reglementen daartoe aangewezen ambtenaren is opgedragen. Volgens het Koninklijk besluit van 9 November 1838 is in ons land dat beheer toevertrouwd aan strandvonders of aan gemeentebesturen. Het Wetboek van Koophandel omschrijft voorts de gevallen, waarin de ambtenaren der strandvonderij in functie moeten treden. Zoodra die goederen aan wal zijn, rust op hen de verpligting om hulp tot redding aan te bieden, en bij aanneming van dat aanbod, zijn zij particuliere gevolmagtigden.
Zij moeten na eiken storm de stranden in hun ressort gadeslaan en alles aanwenden om het aangespoelde of opgevischte onder hun beheer te krijgen. Zij moeten waken tegen het vervreemden of verduisteren der goederen en hiertoe des noods den bijstand der plaatselijke besturen inroepen. Bij schipbreuk moeten zij de werkzaamheid der reddingmaatschappijen ondersteunen en tevens de voorschriften der quarantaine handhaven. Zij moeten registers houden van alles wat op de strandvonderij betrekking heeft. Ook dienen zij te zorgen, dat er geene grootere kosten gemaakt worden dan de goederen waard zijn. Ankers en goederen, van rijksschepen afkomstig, moeten aanstonds ter beschikking der marine worden gesteld.
Blijkt het, dat een gestrand schip, waarvan de gezagvoerder afwezig is, tot eene vreemde natie behoort, dan moet van de stranding aanstonds berigt worden gegeven aan den naasten consul of vice-consul dier natie hier te lande. De opperstrandvonders moeten terstond na afgifte of verkoop van goederen, die onder hun beheer zijn geweest, zoo spoedig mogelijk rekening en verantwoording inzenden aan Gedeputeerde Staten, om die te laten opnemen en goedkeuren, terwijl belanghebbenden, die in deze verantwoording geen genoegen nemen, het regt behouden, daartegen bij de bevoegde magt op te komen. De kosten van het beheer van strandgoederen bedragen 50/o der brutowaarde. Van ongereclameerde goederen moet het batig saldo gestort worden bij den ontvanger der domeinen. Eindelijk moeten de opperstrandvonders jaarlijks vóór 15 Januarij aan Gedeputeerde Staten een rapport inzenden omtrent alles, wat in het naastvoorgaande jaar in hun ressort ten aanzien der strandvonderij is voorgevallen.