Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Smokkelhandel

betekenis & definitie

Smokkelhandel. Smokkelen of sluïken noemt men het behendig en arglistig ontduiken der belastingen, welke op den uit- of invoer van sommige handelsartikelen gelegd zjjn, en het drjjven van koopmanschap met gesmokkelde waren bestempelt men met den naam van smokkelhandel of sluikhandel. Dat kwaad heerscht bepaaldelijk aan de grenzen, en van rijkswege worden ambtenaren aangesteld, om daartegen te waken.

Daar de. smokkelaar te kort doet aan de schatkist, eene bezitting van den geheelen Staat, zoo maakt hjj zich schuldig aan diefstal jegens zjjne medeburgers. Trouwens de ondervinding heeft geleerd, dat de smokkelhandel eene leerschool is voor dieverij. —• Ook het ontduiken van belastingen in het algemeen, bijv. van de belasting op het geslacht enz., wordt veelal met den naam van smokkelen bestempeld.

Smolensko, een Russisch gouvernement, tusschen de gouvernementen Pskow, Twer, Moskou, Kaloega, Tsjernigow, Mohilew en Witebsk gelegen, heeft eene oppervlakte van 1017,77 □ geogr. mjjl. Het land is er het hoogst in het noordoosten, waar men in het boschrijk Alaoenisch gebergte de bronnen aantreft van de Wolga, de Moskwa, de Dnjepr en de Duna. Tot de aanzienljjkste rivieren behooren er de Oegra met de Worjae, alsmede de reeds genoemde met onderscheidene zijrivieren. Intusschen is er sedert den aanleg van spoorwegen naar Orel, Riga en Moskou de scheepvaart aanmerkelijk verminderd. In het noordwesten des lands ontmoet men eene menigte zwerfblokken. Talrjjke meren en moerassen bevorderen er de vochtigheid van het klimaat. Schoon men het vellen van hout er met kracht voortzet, is het zuidelijk gedeelte van dit gouvernement nog met uitgestrekte wouden bedekt. Door dit land liep weleer de groote weg der Waragen naar Byzantium, en het hier gevestigde volk der Kriwitsjen onderhield handelsbetrekkingen met verwijderde gewesten, zooals blijkt uit de aldaar gevondene Arabische munten uit de 8ste, 9de en 10de eeuw.

Dit land vervulde in het algemeen eene merkwaardige rol in de geschiedenis van Rusland, en onder de muren zijner hoofdstad werd menige bloedige strjjd gestreden tusschen de Russen en de Polen, gesteund door deLithauers. Sedert de verdeeling van het vorstendom Kiew onder Jaroslom I had Smolonsko tot aan 1395 zijne eigene vorsten, maar onderwierp zich toen aan Witowt, vorst van Lithauen. Gedurende de eeuwenlange veete tusschen Moskou en Lithauen bleef het land met de steden meestal in het bezit der Lithauers, totdat het in de 17dc eeuw voor goed ten deel viel aan Rusland. In 1719 werd het gebied van Smolensko als eene provincie bij Ljjfland gevoegd, en sedert 1796 is het een zelfstandig gouvernement. Het telt 1140000 inwoners en is verdeeld in 12 arrondissementen, gedeeltelijk door Groot-Russen, gedeeltelijk door Wit-Russen bewoond. Met het oog op de inwoners vormt het land een overgang van een landbouwend tot een industrieel gouvernement. Wegens de gesteldheid van den bodem en van het klimaat kan de landbouw er alleen in gunstige jaren in de behoeften der ingezetenen voorzien, — en het graan heeft er dikwijls veel te Ijjden van aanhoudende regens, gevolgd door felle hitte. Men verbouwt er vooral: haver, wat gerst en boekweit, vlas en hennnep.

Ook ontbreekt het er aan goede weiden, zoodat de paarden en runderen er klein en zwak zijn. De nijverheid bepaalt er zieh hoofdzakelijk tot het bereiden van leder, het winnen van olie en talk, het stoken van brandewijn en het brouwen van bier. Uitvoer-artikelen zjjn er: lijnzaad, vlas, hout, houten voorwerpen, haver, talk, leder en olie, — en tot de invoer-artikelen behooren er vooral meel en manufacturen. — De evenzoo genoemde hoofdstad, reeds in 879 in de jaarboeken des Rijks vermeld, ligt op de beide oevers van de Dnjepr en is het kruispunt der spoorwegen van Riga naar Orlow en van Moskou naar Brest. Er zijn onderscheidene oude GreikschRussische kerken, een gymnasium voor jongens en een voor meisjes, eenige fabrieken, een weinig handel en ruim 24000 inwoners (1875). Sedert het einde der 14de eeuw was zjj eene stad in Lithauen en ontving het Magdeburger regt; tevens was zjj eene sterke vesting en telde in haar bloeitijd meer dan 100000 inwoners. Meermalen werd zij belegerd, bijv. in 1611 door den Poolschen koning Siegmund III en in 1654 door czaar Alexéi Michaëlowitsj. Den 17den Augustus 1812 behaalde Napoleon I er eene overwinning op de Russen en opende zieh daardoor den weg naar Moskou, doch zijn leger leed er in November daaraanvolgende bjj den terugtogt de nederlaag.

< >