Slapeloosheid (agrypnia, asomnia) is een zenuwachtige toestand, welke bij langen duur, vooral bij kinderen en jonge lieden, als een zeer onrustwekkend verschijnsel mag worden beschouwd. Zij is in het algemeen verbonden met een onaangenaam gevoel, met hoofdpijn, rillingen, angstige droomen en gedurig opschrikken, terwijl zij afgematheid, neêrslagtigheid, prikkelbaarheid en gebrek aan eetlust achterlaat. Blijft zij aanhouden, dan veroorzaakt zij groote ellende en leidt dikwijls tot zelfmoord. Zij ontstaat door een geprikkelden toestand der gevoelszenuwen, waartoe hartstogt, overspanning of droefheid of ook opstijging van bloed, koorts, bedwelming, overmatig gebruik van koffij, thee, rooktabak, narcotische middelen of ook jeukende huidziekten, hoest, hartklopping, asthma enz. aanleiding geven.
Bij de behandeling dezer ziekte zij men er hoofdzakelijk op bedacht, de oorzaak weg te nemen en den lijder kalmte en verstrooiing te bezorgen. De slaapkamer zij koel, de lucht zuiver en het bed niet al te warm. Vaak is het van belang afleidende middelen te gebruiken, zooals voetbaden, mosterdpappen, lavementen enz. Voor zwakke en bejaarde lieden is zeer aan te bevelen een glas goed bier of wijn vóórdat zij zich ter ruste leggen, en voor jongeren van jaren, die aan hartklopping lijden, het drinken van een glas koud water of het wasschen van het bovenlijf met koud water. Tot het bestrijden der slapeloosheid bezigt men voorts slaapwekkende middelen, inzonderheid chloral.