Sarmatië (Sarmatia), in ouden tijd het land tusschen de Weichsel en de Wolga en ook thans nog de Sarmatische laagvlakte genaamd, is door de Tanaïs (Don) in eene Europésche en Aziatische helft gescheiden. Onder de bergen der eerste helft worden genoemd: de Peuke, het gebergte Amadoka, de Alaoenische bergen en het Rhipaeïsche Gebergte, welk laatste volgens het gevoelen der Grieken de noordelijke grenzen der bekende aarde vormden, —en onder de rivieren: de Borysthenes (Dnjepr), de Hyjpanis (Boeg), de Tyras (Dnjestr) en de Tanaïs (Don). Naar de Sarmatische Zee (Oostzee) stroomen: de Vistula (Weichsel), de Gouttalos (Pregel?), de Chronos (Niemen) en de Rhubon (Düna?). Behalve in het zuiden was het land woest en weinig voor den landbouw, maar des te meer voor de veeteelt geschikt.
Als de voornaamste steden worden genoemd: Tenaïs (ten westen van Azow), Olbia (aan den mond van de Borysthenes), Ordesus (bij Odessa), Niconion en Tyras, en in het binnenland Kioaba (Kiew) en Serimon (bij Jekaterinoslaw). De bewoners van dit land, Sauromaten of Sarmaten geheeten, komen reeds voor bij Heródotus en omvatten volgens Ptolemaeus 4 groote volksstammen , namelijk de Aestuërs, van het Frische Haff tot aan de Finsche Golf, — de Veneden of Wenden, meer zuidwaarts tusschen de Weichsel en de Memel, — de Bastarnen, tusschen de Weichsel en de Carpathen, — en de Jazygen, aan den noordelijken oever van de Palus Maeotis (Zee van Azow). Tusschen deze woonden onderscheidene kleinere stammen. Of de Sarmaten met de Scythen tot denzelfden stam behoorden, is moeijelijk te beslissen. Zij worden beschreven als blond van haar en woest van voorkomen en daarenboven getatoeëerd; zij leidden een zwervend leven en waren voortreffelijke krijgslieden, ruiters en boogschutters.
Hunne wapenrusting bestond uit een helm, een lederen kolder, een met leder overtrokken schild, een zwaard, eene lans en een boog. Ook de vrouwen trokken mede ten strijde en voerden de wapens, evenals de mannen. — De Aziatische helft strekte zich uit tot aan de Caspische Zee en den Caucasus en werd bewoond door talrijke stammen, zooals de Thussageten, Hunnen, Serben, enz. Hunne steden waren Phanagoria en Hennonassa. Het rijk der Sarmaten werd in de 3de en 4de eeuw overweldigd door de Gothen; later worden zij nog vermeld met de Gepiden, en daarna verdwijnt hun naam uit de geschiedenis.