Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 20-08-2018

Wolga

betekenis & definitie

Wolga (De), door de Tartaren Etil, Itil of Atel, door de Slawen Bolga of Wolga en door de Ouden Rha of Oarus genaamd en de grootste en waterrijkste rivier van Europeesch Rusland en van Europa in het algemeen, ontspringt op een afstand van ongeveer 300 Ned. mijl van de Finsche Golf, niet ver van de Düna in het gouvernement Twer in het Wolchonskiwoud, nabij het dorp Wolgino-Werchowija, ten westen van de arrondissementshoofdstad Ostasjkow, stroomt door onderscheidene kleine meren, ontvangt daarop de Selicharowka, de atvoerrivier van het Seligermeer en wordt daarop voor kleine schepen bevaarbaar. Tusschen hooge oevers schrijdt zij voort langs Rshew naar Soebzow, waar zij het golvende laagland bereikt, hetwelk zij over eene lengte van 1700 Ned. mijl gedurende haren middelloop, zich uitstrekkend tot Kamysjin, niet weder verlaat. Over dezen aanvankelijken afstand stroomt zij eerst oostwaarts naar Twer, waar zij voor grootere schepen bevaarbaar wordt, besproeit de gouvernementen Jaroslaw, Kostroma en Nisjné-Nowgorod eerst in eene noordoostelijke, daarna in eene zuidoostelijke rigtingen bereikt daarna het gouvernement Kasan. Hier wendt zij zich naar het zuiden en vloeit, door de aanzienlijke Kama versterkt, langs de steden Simbirsk, Stawropol, Samara, Sysran, Chwalynsk, Wolsk en Jekaterinenstadt naar Saratow.

Na het opnemen der Samara baant zij over een afstand van 212 Ned. mijl een weg door de uitloopers van den Obstsiij Syrt en ziet zich door de steile wanden van dit gebergte langs haren regteroever vergezeld tot aan de stad Sarepta, nadat zij bij Kamysjin met haar benedenloop (690 Ned. mijl lang) de steppe bereikt heeft, waar zij geene zijrivieren ontvangt. Bij Sarepta buigt zich de rivier plotselijk naar het zuidoosten en verdeelt zich tusschen lage oevers in vele armen, van welke de eerste een aanvang neemt bij Zarizijn, terwijl de meest noordelijke den naam draagt van Achtoeba, zoodat zij een doolhof vormt van zandige en moerassige eilanden, van rietvelden en groengronden. Zoo stroomt zij door den ziltigen bodem der steppe en stort 74 Ned. mijl beneden Astrakan zich uit langs eene delta ter breedte van 110 Ned. mijl door middel van 8 hoofd- en 200 bij armen in de Caspische Zee. Een arm der Wolga, die haar boven Astrakan verlaat, draagt den naam van Bolda. In het voorjaar vormt de Wolgadelta eene uitgestrekte watervlakte. De geheele lengte van de rivier bedraagt 3688 Ned. mijl. Van de talrijke zijrivieren van de Wolga zijn de volgende de aanzienlijkste: op den regter oever de Oka en de Soera, en op den linker oever de Mologa, de Kostroma, de Oensha, de Wetloega, de Kama en de Samara. Door deze en meer dan honderd andere zijrivieren behooren 22 gouvernementen tot het stroomgebied van deze reusachtige rivier, hetwelk eene oppervlakte heeft van 24330 ☐ geogr. mijl.

Merkwaardig is het gering verval van deze rivier; het bedraagt slechts 273 Ned. el. De breedte van de Wolga is bij Twer 215, bij den mond der Mologa 470, beneden de uitwatering der Kama 1500 Ned. el en bij haren mond ongeveer 8 Ned. mijl. Haar loop is doorgaans regelmatig en rustig, maar als de sneeuw begint te smelten rigt zij door overstrooming groote verwoestingen aan. Dan vormt zij wel eens nieuwe beddingen, die men met den naam van Kleine Wolga’s bestempelt. Voormalige, thans drooggeloopene rivierbeddingen noemt men Oude rivieren (Stariza), terwijl men den naam geeft van Saloni en Sawodi aan korte zij-armen der hoofdrivier en ook aan kleine baaijen of oevermeren, welke door naauwe monden met haar vereenigd zijn en veilige wijkplaatsen voor vaartuigen opleveren. In de rivier heeft men eene menigte groote en kleine eilanden (Ostrowa), welke een dergelijken bodem bezitten als de oevers en, met uitzondering van eenige bij Astrakan, alle overstroomd worden. In den zomer vormt de rivier groote zand-eilanden, die zich na de overstrooming wel eens weder op eene andere plaats vertonnen. De rivier heeft eene zeer ongelijke diepte, en deze bedraagt op enkele plaatsen 26 Ned. el.

Haar water is middelmatig van deugd, niet zeer helder, maar toch geenszins ongezond, en zeer vischrijk. Zij is ieder jaar van haren oorsprong af tot aan haren mond met ijs bedekt, maar het digtvriezen geschiedt naar gelang van het klimaat op verschillende plaatsen op zeer verschillende tijden. Gedurende slechts 200 dagen in het jaar is de Wolga vrij van ijs (in de gouvernementen Kostroma, Jaroslaw en Kasan slechts 150 dagen), maar zij is niettemin de belangrijkste waterweg van geheel Rusland. In de zuidelijke gewesten blijven sommige gedeelten open, en wanneer zij digtvriezen, ontstaan er dikwijls gevaarlijke wakken, zoodat de winterwegen met omzigtigheid moeten gekozen worden. De Wolga sleept jaarlijks eene groote hoeveelheid zand mede, zoodat de haven bij Astrakan gedurig minder bruikbaar wordt. In het algemeen merkt men op, dat de diepte van de rivier vermindert. De scheepvaart op de Wolga is van veel belang; onderscheidene stoombootmaatschappijen bevorderen er het verkeer van Twer naar Rybinsk, vandaar naar Nisjné-Nowgorod, Kasan en Astrakan, van Nisjné-Nowgorod langs de Kama naar Perm, langs de Oefa naar Oefa, langs de Okar naar Rjaesan en langs de Oensha naar Oegor, Vooral bestaat er een druk verkeer tusschen Nisjné-Nowgorod en Zarizyn. Voorts heeft men er een drietal groote kanalen, die van Wisjni-Wolotsjok, het Techwin- en het Maria-kanaal, die de rivier in gemeenschap brengen met Petersburg, en het Kanaal van den hertog van Würtemberg, hetwelk de Wolga vereenigt met de Dwina, zoodat men een onafgebroken waterweg heeft tusschen de Oostzee, de Caspische Zee en de Witte Zee.

Het kanaal, reeds door Peter de Groote ontworpen, hetwelk (van Zarizyn naar Katsjalinsk) de Wolga in gemeenschap zou brengen met de Don, is nog niet gegraven, maar voor korten tijd door een spoorweg vervangen. Van groot belang is er de visscherij, want de Wolga is eene van de vischrijkste rivieren der Aarde. De vischvangst op de rivier en vóór hare monden is eene bron van ongemeene welvaart en vertegenwoordigt een aanzienlijk kapitaal. Bij Simbirsk neemt de doorgaande visscherij een aanvang, maar men vindt deze vooral beneden Astrakan, aan de riviermonden en aan de Achtoeba. Uit de Caspische Zee zwemt in het voorjaar zulk eene menigte visch stroomopwaarts in de monden, dat in dien tijd 10000 vaartuigen tot de vischvangst worden gebezigd. In de visscherijen van Astrakan vangt men jaarlijks meer dan 300000 stuks steur, 1½ millioen stuks sewroegen (Acipenser stellatus) en voorts groote hoeveelheden karpers, barbeelen, welsen enz. De Wolga is in het oog der Russen eene heilige rivier, zoodat zij haar persoonlijk „Moedertje Wolga” noemen.

< >