Santalaceën is de naam van eene tweezaadlobbige plantenfamilie uit de orde der Santalinen. Zij omvat éénjarige of overblijvende kruiden, heesters en hoornen met afwisselende, gave en gaafrandige, vinnervige, lederachtige, somtijds kleine, schubvormige bladeren zonder steunblaadjes, en volkomene, somtijds door gebrekkigen groei éénslachtige, alleenstaande of okselstandige of ook tot trossen , aren of pluimen zamengevoegde bloemen. Zij hebben een enkelvoudig, buisvormig, van binnen gekleurd bloemdek met gelobden zoom. Op het onderstandig vruchtbeginsel bevindt zich eene vleezige schijf.
De meeldraden bevinden zich achter de afdeelingen van het bloemdek, achter iedere afdeeling één; zij hebben korte, priemvormige, behaarde of onbehaarde helmdraden en meestal 2-hokkige, overlangs openspringende helmknoppen. Het éénhokkig vruchtbeginsel bevat op eene middenzuil 2 tot 4 anatrope zaadknoppen. De eindstandige, enkelvoudige, korte stamper heeft een knopvormigen stempel, en de vrucht is doorgaans eene noot of steenbes met eene harde, éénzadige kern. De korte, regte kiem ligt onder aan het kiemwit en heeft rolronde zaadlobben en een naar boven gerigt worteltje. Deze familie telt in 15 geslachten omstreeks 100 soorten, die op de beide gematigde aardgordels en in de keerkringslanden van Azië en Australië meestal door boomen worden vertegenwoordigd.
