Saint-Marc Girardin (François Auguste), een Fransch dagbladschrijver, geboren te Parijs den 12den Februarij 1801, studeerde aldaar in de regtsgeleerdheid, werd in 1826 leeraar aan het collège Louis Ie Grand, verwierf in 1828 met Philarète Chasles door zijn geschrift : „Tableau de la littérature française au XVI siècle (nieuwe druk in 1862)” den eersten prijs der Académie, nam deel aan de redactie van het „Journal des Débats” en ondernam in 1830 reizen naar Italië en Duitschland, waar hij vooral den toestand van het onderwijs gadesloeg. Hij maakte zijne opmerkingen openbaar in de geschriften : „Notices politiques et littéraires sur l’Allemagne (1835)”, — en „Rapport sur l’instruction intermédiaire en Allemagne (1835—1838), 2 dln)”, later gevolgd door de „Souvenirs de voyages et d’études (1852—1853), 2 dln)”. Na zijn terugkeer vestigde hij als volksvertegenwoordiger en later als lid van den raad van openbaar onderwijs, zijne aandacht inzonderheid op schoolaangelegenheden. Voorts was hij dagbladschrijver en schitterde door zijne voorlezingen in de Sorbonne, waar hij met het onderwijs in de geschiedenis en later in de Fransche letterkunde was belast.
In 1844 werd hij lid van de Académie en leefde in goede verstandhouding met de vrienden van Napoleon. Hij overleed te Parijs den 11den April 1873. Van zijne geschriften vermelden wij nog: „Cours de littérature dramatique ou de l’usage des passions dans le drame (1843; 11de druk 1875—1877, 5 dln)”, — „Souvenirs et réflexions politiques d’un journaliste (1859)”, — „La Syrië en 1861; condition des Chrétiens en Oriënt (1862)”, — „Lafontaine et les fabulistes (1867, 2 dln)”, — en „ J. J. Rousseau, sa vie et ses ouvi’ages (1875, 2 dln)”.
