Rivarol (Antonie, graaf), een Fransch schrijver, geboren den 26sten Junij 1753 te Bagnols in Languedoc, was eerst krijgsman en werd vervolgens hofmeester onder den naam van Abbé Parcieux. Het schijnt, dat hij zich later den grafelijken titel aangematigd heeft. Zijne kennis, zijne talenten en vooral zijne geestigheid bezorgden hem te Parijs toegang tot de aanzienlijkste kringen.
Hij schreef: „Discours sur l'universalité de la langue française (1784)”, bekroond door de Berlijnsche Académie, — voorts: „Lettres à mr. Necker sur la religion et la morale (1787)”, en „Petit almanach de nos grands hommes (1788)”, — alsmede te Brussel, alwaar hij zich in 1792 gevestigd had: „Lettres au duc de Brunswic et à la noblesse Française émigrée (1792)”, — en in Engeland: „Vie politique de Lafayette (1792)”. Nadat hij eenigen tijd te Hamburg gewoond had, vertrok hij naar Berlijn, waar hij aan het Hof met onderscheiding werd bejegend en den 11den April 1801 overleed. Zijne „Oeuvres” zijn in 1808 in 5 deelen in het licht verschenen.
