Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Reiszmann

betekenis & definitie

Reiszmann (August), een verdienstelijk componist en schrijver over muzikale aangelegenheden, geboren te Frankenstein den 14sden November 1825, oefende zich te Breslau onder de leiding van verschillende leermeesters, vertoefde van 1850—1852 te Berlijn, vestigde zich daarna te Halle en woont sedert 1863 te Berlijn. Hij schreef: „Von Bach bis Wagner (1861)”, — „Das deutsche Lied in seiner historischen Entwickelung (2de druk 1874)”, — „Allgemeine Geschichte der Musik (1863— 1865, 2 dln)”, — „Allgemeinen Musiklehre (1864)”, — en „Lehrbuch der Komposition (1866—1870, 4 dln)”. Voorts leverde hij keurige levensbeschrijvingen van Robert Schumann (1865; 2de druk 1871), Felix Mendelssohn Bartholdy (1867; 2de druk 1872) en Franz Schubert (1873).

Zijne voorlezingen over de geschiedenis der muziek, gehouden aan het conservatorium te Berlijn, verschenen in het licht onder den titel: „Leichtfaszliche Musikgeschichte (1877)”. Daarenboven heeft hij een groot aantal muziekstukken geschreven, namelijk liederen, balladen, sonaten, de opera: „Gudrun”, het oratorium: „Wittekind”, de opera: „Das Gralspiel”, eene komieke opera: „Die Burgemeisterin von Schondorf”, eene „Klavierund „Gesangschule (1875)” enz. In 1875 schonk de universiteit te Leipzig hem de waardigheid van doctor.

< >