Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Perponcher-Sedlnitzki

betekenis & definitie

Perponcher-Sedlnitzki (Hendrik George, graaf de), een Nederlandsch generaal, geboren te ’s Gravenhage den 9den Mei 1771, trad reeds vroeg in Nederlandsche dienst, nam in 1793 en 1794 deel aan de veldtogten tegen de Fransche Republiek als adjudant van prins Frederik van Oranje, dien hij bij Werwick (13 September 1793) het leven redde, en begaf zich in 1795 met den Erfstadhouder naar Engeland, maar keerde reeds het volgende jaar met prins Frederik terug en trad als kapitein eerst in Oostenrijksche en daarna in Engelsche dienst. In 1804 zag hij zich als luitenant-kolonel belast met het kommando over het regiment Dillon op Malta, werd in 1808 kolonel van het Lusitaansch legioen in Portugal, en in 1809 chef van den generalen staf en van de mislukte expeditie naar Antwerpen. Toen Napoleon I in 1810 alle Nederlanders, die zich in vreemde krijgsdienst bevonden, met verbeurdverklaring van goederen bedreigde, keerde de Perponcher naar zijn vaderland terug en werd er onder toezigt der policie gesteld. Niettemin was hij in 1813 krachtig werkzaam voor het Huis van Oranje en begaf zich met Fagel naar Engeland, om prins Willem in naam van het provisioneel bewind uit te noodigen tot een spoedigen terugkeer.

Hij zelf aanvaardde als generaalmajoor het opperbevel over het Nederlandsche leger en omsingelde, door de Engelschen en Pruissen ondersteund, Gorkum, Bergen-opZoom en Antwerpen. Na den eersten Vrede van Parijs werd hij als gezant afgevaardigd naar Berlijn, maar bij den terugkeer van Napoleon als luitenant-generaal aan het hoofd geplaatst der 2de divisie van het Nederlandsche leger, waarmede hij bij Waterloo streed tegen Ney. Koning Willem I nam hem toen op in den erfelijken gravenstand en zond hem voor de tweede maal als gezant naar Berlijn. De Perponcher overleed te Dresden den 29sten November 1856. — Zijn oudste zoon Willem, geboren den 19den Julij 1819, was Pruissisch kamerheer, — voorts gezant te Napels, München, ’s Gravenhage en keerde in 1875 tot het ambteloos leven terug. — zijn tweede zoon, Frederik, geboren den 4den Augustus 1821, is generaal-majoor a la suite bij het Pruissische leger en hofmaarschalk van den Duitschen Keizer, — en zijn derde zoon, Lodewijk, geboren den 19den Junij 1827, bekleedt de betrekking van ceremoniemeester aan het Proissische Hof.

< >