Ortolaan (Emberiza hortalana L.) is de naam van een vogel, die tot de afdeeling der Zangvogels en tot de familie der Vinkachtigen behoort. Hij heeft veel overeenkomst met den geelgors of haverkneu. Bij het oude mannetje zijn de kop, de nek en eene dwarsstreep over de borst grijsachtig groen, de oogkring, knevel en keel citroengeel, de buik en pooten roestkleurig, de rug groenachtig bruin met zwarte vlekken en de staart vaalzwart met witte vlekken op de buitenste pennen, Bij het wijfje en de jongen is het groen van den kop en den nek meer rosbruin, terwijl het geel van knevel en keel ontbreekt, en de tint der vederen in het algemeen lichter is. Deze vogel is in het najaar vet en heerlijk van smaak.
Hij bewoont de zuidelijke gewesten van ons werelddeel, vooral de kusten der Middellandsche Zee, maar komt ook wel voor in Noord-Brabant en Overijssel. Hij voedt zich met zaden en insecten, nestelt in het gras of in het graanveld en legt 4 of 5 paarsgrijsachtig witte, bruin gevlekte en gestreepte eijeren. De Romeinen hadden vogeltillen met ortolanen, waarin deze werden gemest, en ook nu nog zijn die vogels op Cyprus een handelsartikel.