De Olijfberg, in het Hebreeuwsch Hor Hassethim en in het Arabisch Dsjebel el Toar, volgens het Bijbelsche verhaal de plaats, waar Jezus afscheid nam van zijne discipelen en ten hemel voer, ligt ten oosten van Jerusalem en is door de beek Kedron van deze stad gescheiden. Hij bestaat uit kalksteen en is door laagten in 3 koepels verdeeld, van welke de noordelijkste en hoogste zich 830 Ned. el verheft, terwijl de middenste, slechts weinig lager dan de zooeven genoemde, als de heilige plaats wordt beschouwd. Constantijn de Groote bouwde er eene basilica. In de 7de eeuw bevonden er zich onderscheidene kloosters en eene kerk, die in de 11de eeuw verwoest werden.
In de 12de eeuw herrees er eene groote kerk, doch ook van deze waren in de 16de eeuw slechts puinhoopen te vinden. Tegenwoordig heeft men er eene kleine, door een grooten tuin omgevene, achthoekige koepelkerk, die in 1834—1835 werd voltooid. In het midden van deze wijst men de plek, waar de hemelvaart heeft plaats gehad. Deze kapél behoort aan de Mohammedanen en wordt door hen heilig gehouden, maar op sommige dagen mogen de Christenen er de mis lezen.