Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nijverheidsscholen

betekenis & definitie

Nijverheidsscholen zijn zoodanige, waar toekomstige nijverheidsondernemers hunne opleiding ontvangen, zooals de Twentsche industrie- en handelsschool met 5-jarigen cursus te Enschedé, of scholen, waar werklieden theoretisch en practisch worden onderwezen in verschillende vakken van nijverheid. Reeds in de voorgaande eeuw werden deze laatste in Duitschland gesticht en aan de lagere school verbonden, doch later daarvan gescheiden. Ook in ons Vaderland heeft men op volkrijke plaatsen, bijv. in Amsterdam, Rotterdam, Leeuwarden, Groningen, Veendam enz. nijverheids- of ambachtsscholen, zoowel theoretische als practische.

Op de eerste wordt uitbreiding gegeven aan de hoofdvakken van het lager onderwijs, en men voegt daarbij teekenen, werktuig-, natuur- en scheikunde, terwijl men zich op de practische hoofdzakelijk bepaalt bij het timmeren, verwen en smeden. Te Amsterdam bestaat voorts eene bloeijende nijverheidsschool voor meisjes.

< >