Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Nieuw-Brunswijk

betekenis & definitie

Nieuw-Brunswijk, (New Brunswick), eene provincie van Britsch Canada in Noord-Amerika, ligt tusschen 44°35'—48°4' N. B. en 63C48'—69°3' W. L. van Greenwich en grenst in het noorden aan de baai des Chaleurs en aan de rivier Restigouche, welke haar van de provincie Quebec scheidt, in het oosten aan de Golf van St. Laurens en aan de Northumberland-straat, in het zuiden aan Nieuw-Schotland, waarmede zij door de landengte van Chignecto verbonden is, en aan de Fundybaai en in het westen aan den Noord-Amerikaanschen Staat Maine. Zij heeft eene oppervlakte van ruim 1286 Ned. mijl. Hare kusten zijn voorzien van talrijke baaijen, van welke de Pasama-quoddybaai (met de stad St. Andrews) en de haven van St. John, beide aan de zuidkust,— voorts de baaijen Shediac, Richibucto, Miramichi en des Chaleurs aan de weskust de voornaamste zijn. Vlakten vindt men er alleen aan de kust; het geheele binnenland is heuvelachtig, met digte wouden bedekt, mild begroeid en schilderachtig schoon. De merkwaardigste rivier is er de St. John, die aanvankelijk de grens vormt naar de zijde van Maine, doch bij de Grand Falls zich op Britsch gebied begeeft en vandaar over een afstand van 270 Ned. mijl tot aan haren mond bevaarbaar is. Beneden Frederictown stroomt zij door het Grand Lake, waar de scheepvaart ieder jaar gemiddeld 147 dagen gestremd is door het ijs. De St. Croix vormt gedeeltelijk de westelijke grens en stort zich uit in de Pasamaquoddybaai. De Miramichi, na de St. John de belangrijkste rivier, besproeit het middenste gedeelte der provincie en spoedt zich naar de Golf van St. Laurens, terwijl de Restigouche naar de baai des Chaleurs kronkelt. Het klimaat is er gezond; in het binnenland bestaat in den winter en zomer een groot verschil van warmtegraad, en aan de kust heerschen dikke nevels en veranderlijk weder. De zomer begint er in het midden van Mei en duurt tot September; het is er dan heet, en er valt zelden regen. In September en October is het weder zeer aangenaam, en de winter toeft er gewoonlijk 4 maanden. De bevolking bestaat er uit nakomelingen van Fransche Aeadiërs, van Amerikaansehe Koningsgezinden en Britsche soldaten en uit landverhuizers, hoofdzakelijk Engelschen. In het binnenland vindt men er nog Indianen, doch hun aantal beloopt slechts 1620. De geheele bevolking dezer provincie, die in 1824 ruim 74000 zielen bedroeg, was in 1871 tot 285594 geklommen. De voornaamste rijkdom des lands is gelegen in zijne voortreffelijke wouden. Men verbouwt er voorts tarwe, gerst, haver, boekweit, peulgewassen, vlas, aardappels en maïs; doch slechts een klein gedeelte van den bodem is tot nu toe aan den landbouw dienstbaar gemaakt. Aan de oevers der rivieren vindt men uitmuntende wei- en hooilanden voor de veeteelt. Steenkolen en ijzererts, zijn er in overvloed voorhanden. In de wouden van het binnenland heeft men beeren, wolven, vossen, marders, lynksen, bevers, muskusratten enz., doch de Amerikaansche eland is er nagenoeg uitgeroeid. Voorts zijn er wilde ganzen, eenden, patrijzen en duiven, en dewijl ook de meren veel visch opleveren, wijdt zich een groot aantal kustbewoners aan de zeevisscherij. Tot de uitvoerartikelen behooren er timmerhout, houten voorwerpen, visch, traan, ijzer, steenkolen, gips en pelterijen. Spoorwegen verbinden St. John met de Vereenigde Staten, Nieuw-Schotland en de Golf van St. Laurens, en er wordt een spoorweg aangelegd naar Quebec. — Deze provincie wordt bestuurd door een gouverneur (lieutenant governor), benoemd door de Britsche Kroon en ter zijde gestaan door een uitvoerenden raad. De Wetgevende Vergadering of het Parlement bestaat uit een Hoogerhuis (Legislative council), welks leden door de regéring worden benoemd, en een Lagerhuis (House of Assembly), welks leden door de 14 districten, waarin het land verdeeld is, en de stad St. John gekozen worden. In het Parlement van Canada wordt Nieuw-Brunswijk vertegenwoordigd door 4 Senatoren en 12 Afgevaardigden. De hoofdstad is Frederictown aan de St. John, met 6000 inwoners, en tot de voornaamste steden behooren er St. John, de belangrijkste koopstad, met bijna 30000 inwoners, St. Andrews, Chatham en Newcastle.

Nieuw-Brunswijk was te voren een gedeelte van Fransch Acadië, een gedeelte der Nouvelle France, hetwelk het tegenwoordige Nieuw-Schotland, Nieuw-Brunswijk en een stuk van Beneden-Canada omvatte. Bij den afstand van Canada in 1763 verviel dat gebied aan Engeland en werd eerst bij Nieuw-Schotland gevoegd, maar in 1783 als eene afzonderlijke kolonie onder den naam van Nieuw-Brunswijk daarvan gescheiden. Sedert 1867 vormt het een zelfstandig deel van Canada.

< >