New Jersey, één der middenstaten van de Noord-Amerikaansche Unie, ligt tusschen 38°56' en 41°21' N.B., en 74° en 75°33' W. L. van Greenwich, grenst in het noorden aan New York, in het oosten aan New York en den Atlantischen Oceaan, in het zuiden aan de Delawarebaai en in het westen aan de Delawarerivier, en telt op 391 geogr. mijl ruim één millioen inwoners, onder welke zich 30000 Kleurlingen bevinden. Hij vormt eene soort van schiereiland, hetwelk in Kaap May eindigt. Nagenoeg de geheele zuidelijke helft van den Staat is alluviale grond, en eene reeks van lage eilanden en banken scheidt de weilanden der kust van de volle zee. Achter die weilanden heeft men eene uitgestrekte zandvlakte, grootendeels met naaldhout begroeid, alwaar men jaarlijks eene groote menigte braambessen verzamelt.
Naar het noorden, bij Sandyhook, begint de bodem te rijzen en draagt er heuvels ter hoogte van 144 Ned. el Verder wordt het noordelijk gedeelte bedekt met 3 evenwijdig loopende ketens van het Alleghanygebergte. Zij vormen aan de Hudson, tegenover New York, een steilen rotswal, bekend onder den naam van „De Palissadoes”. De hoogste toppen zijn er: Éutherford Hill (553 Ned. el) en High Point (550 Ned. el). Behalve reeds vermelde grensrivieren stroomen er de Passaic en de Hackensack, die zich in de Newarkbaai uitstorten, de Raritan en de Great Egg Harbourrivier. Staten-eiland en Newark behooren tot dezen Staat. Men heeft er aan de kust een zeeklimaat, doch meer in het binnenland ondergaat de temperatuur er aanmerkelijke veranderingen. De kustvlakten zijn ongezond, maar ook hier heeft men gunstig gelegen oorden, die wegens de zeebaden des zomers druk bezocht worden. De grond is er over het geheel niet zeer vruchtbaar, maar men kan er zelfs van het zand, door het met mergel te vermengen, goede oogsten verkrijgen.
De voornaamste voortbrengselen zijn er: tarwe, maïs, haver, aardappels en vlas, benevens groenten en ooft. Men had er in 1874 bijna 116000 paarden, 15000 muilezels, 84000 runderen, 148000 melkkoeien, 163000 zwijnen en 125000 schapen. Tot de nuttige delfstoffen, hoofdzakelijk in het noorden van den Staat te vinden, behooren: ijzer, koper, zink, steenen, leijen en porseleinaarde. Ook de fabrieknijverheid is er van veel belang en wordt er door de aanwezigheid van waterkracht en brandstof zeer bevorderd. Men heeft er veel katoen-, wol- en ijzerfabrieken, glasblazerijen, zijdefabrieken,suikerraffinaderijen enz., terwijl de vischvangst en vooral de oestervisscherij er groote voordeelen opleveren. De ligging van het land is ongemeen gunstig voor den handel, en de bloei van dezen wordt verhoogd door spoorwegen en kanalen. Op het gebied van het onderwijs is er in 1871 schooldwang ingevoerd. In 1874 had men er 1493 openbare en 354 bijzondere scholen met 920 onderwijzers, 2259 onderwijzeressen en bijna 223000 leerlingen, van welke echter slechts de helft de school geregeld bezoekt.
Het godsdienstonderwijs is er van de openbare scholen verbannen en ligchaamsstraffen zijn er sedert 1868 verboden. Tot de inrigtingen van hooger onderwijs behooren er het collège te Princeton, Rutgers-collège te Nieuw-Brunswijk, het collége der Episcopalen te Burlington en het R. Katholieke Seton-collège. Voorts heeft men er eene technologische school te Hoboken, 4 theologische scholen en eene kweekschool voor onderwijzers. Het meerendeel der bevolking behoort er tot de Methodisten; doch er zijn ook veel Presbyterianen, Baptisten en Nederlandsch-Hervormden. In 1817 waren er 2413 openbare boekerijen; en in 1875 verschenen er 177 dagbladen, van welke er 23 eiken dag werden uitgegeven. De grondwet van dezen Staat dagteekent van 1844.
De uitvoerende magt is er in handen van een gouverneur, die door het volk voor een tijd van 3 jaar gekozen wordt, en de wetgevende in die van een Senaat en van een Huis van Vertegenwoordigers (General Assembly), de eerste met 21 en de tweede met 60 leden. Ten behoeve der regtspraak heeft men er een Hof van appél, een kanselarijgeregt, een hooggeregtshof, arrondissementsregtbanken en kantongeregten. De kantonregters worden door den gouverneur, de leden der overige regtbanken voor een tijd van 7 jaren door het volk benoemd. De geldmiddelen van den Staat bevinden zich in een gunstigen toestand. Twee senatoren en 7 volksvertegenwoordigers hebben zitting in het Congrès te Washington; de hoofdstad van den Staat is Trenton.
De eerste volkplantingen zijn er gesticht door Nederlanders tusschen 1617 en 1620, waarna in 1637 aan de Delaware ook Zweden en Finnen zich vestigden, die evenwel in 1655 door de Nederlanders werden verdreven. Deze laatsten echter moesten op hunne beurt de wijk nemen voor de Engelschen, die zich in 1664 gewapenderhand het eiland toeeigenden, dat volgens een giftbrief van Karel II van Engeland met New-York werd toegekend aan den hertog van York, die het wederom afstond aan Berkéley en George Carteret. In 1702 verviel het aan het moederland en vormde een afzonderlijk gewest, hetwelk tot aan de omwenteling van 1776 door Britsche gouverneurs werd bestuurd. Het nam ijverig deel aan den vrijheidsoorlog en behoort tot de 3 Staten, welke de constitutie der Vereenigde Staten van 1787 met algemeene stemmen aannamen.