New Hampshire, een der noordoostelijke Staten van de Noord-Amerikaansche Unie, ligt tusschen 41°40' en 45°18' N. B., en 70°40' en 72°35' W. L. van Greenwich, grenst in het noorden aan Canada, in het oosten aan Maine en den Atlantischen Oceaan, in het zuiden aan Massachusetts en in het westen aan Vermont, en is door de rivier de Connecticut van laatstgemelden Staat gescheiden. Zijne oppervlakte heeft eene uitgebreidheid van 436½ geogr. mijl en draagt bijna 320000 inwoners, onder welke zich slechts 580 vrije Kleurlingen en 23 Indianen bevinden. De bevolking is er bijna geheel van Schotschen en Protestantsch-Ierschen oorsprong. In het algemeen is de bodem er heuvelig en bergachtig, doch langs de kust vindt men een vrij breeden, vlakken, zandigen zoom.
De voornaamste bergketen neemt een aanvang tusschen de rivieren de Connecticut en de Merrimae en is eene voortzetting van het Alleghanygebergte. De Mount Monadnock is er 1131 en de Moosehillock 1460 Ned. el hoog. Nog verder noordwaarts verheffen zich de White Mountains met den Mount Washington, den hoogsten berg der Vereenigde Staten ten oosten van de Mississippi, ter hoogte van 1915 Ned. el. Hier vindt men het zoogenaamd „Amerikaansch Zwitserland”. Behalve de Washington heeft men bij deze groep 8 toppen, welke de hoogte van 1500 Ned. el overschrijden. Verder westwaarts bereikt de Mount Lafayette eene hoogte van 1612 Ned. el. De geheele bergstreek is ter hoogte van ruim 900 Ned. el digt begroeid met bosch, en een spoorweg loopt er naar den top van den Mount Washington. Deze staat is mild besproeid, doch meer door groote meren dan door rivieren.
De grootste rivier is er de Connecticut, die in een klein meer nabij de grenzen van Canada haren oorsprong neemt en de westelijke grens vormt. Zij is tot aan de watervallen bij Bath (400 Ned. mijl van haren mond) bevaarbaar gemaakt. De Merrimac ontspringt in de White Mountains en stroomt zuidwaarts door het midden van New Hampshire naar Massachusetts; zij heeft onderscheidene watervallen en stroomversnellingen, maar is van haren mond tot aan Concord bevaarbaar gemaakt. Aan de zuidelijke helling der White Mountains, in een klein meer, ontspringt de Piscataqua en vormt over een afstand van 65 Ned. mijl de grens tusschen New Hampshire en Maine. Voor de scheepvaart is zij van weinig belang. De Androscoggin besproeit met een klein gedeelte van haren loop het noordoostelijke gedeelte van dezen Staat, en de Saco heeft haren oorsprong in de White Mountains, vanwaar zij zuidoostwaarts naar Maine kronkelt. Van de meren van New Hampshire is het Winipiseomeer het grootst; het ligt nagenoeg in het midden van den Staat en is 40 Ned. mijl lang en 2 tot 18 Ned. mijl breed, zeer diep, van helder water voorzien en door schilderachtige oevers omgeven. Van de overige meren is de Umbagog het voornaamste als de bron der Androscoggin.
De mond der Piscataqua vormt den éénigen merkwaardigen boezem en de éénige haven voor groote zeeschepen in dezen Staat. Tot dezen behoort voorts eene groep van kleine eilanden in den Atlantischen Oceaan, ongeveer 30 Ned. mijl van de kust, namelflk de Shoals. Het klimaat is er koud; de winter duurt er lang, maar brengt niet zooveel verandering als in andere noordelijke Staten op lagere breedte. Beeds in November valt er sneeuw en bevriezen de rivieren, en de sneeuw blijft in het zuidelijk gedeelte van den Staat tot in April liggen. Over het geheel is de lucht evenwel gezond. De gemiddelde jaarlijksche warmte te Concord is 7°C. De grond is er niet zeer vruchtbaar, hoewel de inwoners er veel moeite aan besteed hebben. Het beste land ligt er in de rivierdalen, die van tijd tot tijd overstroomd worden, vooral in het dal der Connecticut.
Het noordelijk gedeelte van den Staat is grootendeels in een woesten toestand, doch de bergen verschaffen er goede weiden aan runderen en schapen. Men verkrijgt er peulvruchten, boter, kaas, hooi, hop, wol, ahornsuiker, was en honig, alsmede tabak, wijn, vlas en zijde. De lage hellingen der bergen zijn begroeid met digte wouden van eiken-, berken-, lorken- en ahornboomen, en velerlei naaldhout. In 1874 had men er 47000 paarden, 118000 runderen, 92000 melkkoeijen, 37000 zwijnen en 237000 schapen. De grond levert er ijzer, koper, zink, lood, tin, arsenik en goud.
De nijverheid bloeit er ongemeen en wordt sterk bevorderd door de waterkracht der rivieren, waaraan de welvarende steden Manchester, Dover, Nashua, enz. gelegen zijn. Men vervaardigt er vooral katoenen garens en katoenen stoffen, leder en schoenen, terwijl de handel in hout er een grooten omvang heeft. Het meerendeel der bevolking evenwel houdt er zich bezig met den landbouw. Ofschoon deze Staat te Portsmouth eene der beste havens van de Vereenigde Staten bezit, is de handel er niet zoo levendig als te voren. De voornaamste uitvoerartikelen zijn: timmerhout, vee, wol, visch, rund- en varkensvleesch, potasch en graniet.
New Hampshire is in verschillende rigtintingen van spoorwegen doorsneden, en zijne steden zijn daardoor verbonden met Boston en New York en met alle groote steden in Vermont, Massachusetts en Connecticut. Het onderwijs wordt er bestuurd door eene commissie van onderwijs, en sedert 1871 is er leerpligt ingevoerd. In 1874 waren er 3812 onderwijzers en 69178 leerlingen. Tot de inrigtingen van hooger onderwijs behooren er Dartmouthcollège te Hannover, 3 godgeleerde seminaria, eene kweekschool voor onderwijzers en onderscheidene scholen van middelbaar onderwijs. Ook ontbreekt het er niet aan instellingen van weldadigheid. Het uitvoerend gezag berust er in de handen van een gouverneur en van een raad van 5 leden, terwijl de wetgevende magt is toevertrouwd aan een General Court, bestaande uit een Senaat met 12 en een Huis van Afgevaardigden met 300 leden.
Gouverneur, senaatsleden en volksvertegenwoordigers worden jaarlijks door de kiesbevoegde ingezetenen gekozen; zij moeten echter Protestanten zijn. De leden der regterlijke magt worden door den gouverneur benoemd. De geldmiddelen van den Staat bevinden zich in een gunstigen toestand. Twee Senatoren en 3 volksvertegenwoordigers worden er afgevaardigd naar het Congrès te Washington. De hoofdstad is Concord, en behalve deze behooren er Portsmouth, Manchester, Dover, Nashua, Exeter en Newport tot de voornaamste plaatsen.
Dit land, waar in 1622 onder Ferdinando Gorges en John Mason volksplantingen werden gesticht, behoorde eerst tot Massachusetts, maar werd in 1579 door eene acte van Karel II van Engeland als afzonderlijke provincie erkend. In 1775 verklaarde deze zich onafhankelijk, en de tegenwoordige constitutie van den Staat dagteekent van 1792.