Nantes, de hoofdstad van het Fransche departement Loire-inférieure en weleer de hoofdstad van Brêtagne, ligt 52 Ned. mijl van den Atlantischen Oceaan, ter plaatse, waar de Loire en de Sévre zich vereenigen. Zij is eene der belangrijkste koopsteden van Frankrijk en de nijverheid bloeit er ongemeen.
Een en ander wordt bevorderd door hare ligging aan den mond van een groot rivierdal en door hare talrijke middelen van verkeer. Zij is de zetel van het departementaal bestuur, van een bisschop, van onderscheidene regtbanken, van talrijke consulaten enz. Zij heeft een omvang van 20 Ned. mijl, fraaije kaden met monumentale gebouwen en merkwaardige pleinen, en behoort in het algemeen tot de fraaiste steden van Frankrijk. Van de kerken, waaronder zich ook eene Protestantsche bevindt, noemen wij: de hoofdkerk, aan St. Pieter gewijd, in 1434 begonnen en nog niet voltooid, met prachtige praalgraven, — de kerk van St. Nicolas, St. Croix en St. Jacques. Merkwaardige gebouwen zijn voorts: de vroegere residentie der Hertogen van Bretagne, de prefectuur, het stadhuis, het paleis van Justitie, de beurs, de sierlijke schouwburg, de graanhal (met de openbare bibliotheek), de Salorges (een magazijn van koloniale waren), enz. Men vindt er 16 bruggen over de Loire en hare zijrivieren, eene fraaije fontein op de Place Royale, onderscheidene standbeelden, bevallige wandeldreven, en wijnbergen in haren omtrek. Tot de inrigtingen van onderwijs behooren er: een lycéum, eene school voor letterkunde, eene voorbereidende school voor genees- en artsenijmengkunde, een seminarium voor geestelijken, eene hydrographische school, eene nijverheid-, eene teeken- en eene landbouwschool, eene school voor botanie, een conservatoire voor muziek, een doofstommen-instituut, onderscheidene boekerijen, muséa voor schilder- en beeldhouwkunst, voor oudheidkunde, voor natuurlijke historie enz., en een botanische tuin. Voorts zijn er onderscheidene genootschappen van kunst en wetenschap en verschillende inrigtingen van weldadigheid. Het aantal inwoners bedroeg in 1872 ruim 118500, onder welke zich 504 Protestanten en 102 Israëlieten bevonden. Zij houden zich hoofdzakelijk bezig met nijverheid, handel en scheepvaart. Tot de takken van nijverheid behooren er vooral het bouwen en uitrusten van schepen en het vervaardigen van alles, wat daarmede verbonden is, — voorts van machines voor landbouw, fabrieken, spoorwegen enz. Wijders heeft men er groote suikerraffinaderijen, en het inleggen van sardines geeft er veel vertier, terwijl het er niet ontbreekt aan looijerijen, borstelmakerijen, brouwerijen, zeepziederijen, spinnerijen, weverijen enz. Een belangrijk handelsartikel is er koren, dat er in gunstige jaren naar Engeland wordt uitgevoerd, en omgekeerd bij schralen oogst uit de Oostzee, Noord Amerika en de Zwarte Zee wordt aangevoerd. Voorts worden er ingevoerd: rietsuiker, olijvenolie, guano, cacao en andere koloniale waren, timmerhout, steenkolen, koper, ijzer, blik enz., — en uitgevoerd: graan, meel, suiker, sardines, pekelvleesch, machines, katoenen en wollen goederen. De stad is door een viertal spoorweglijnen met het Europésche spoorwegnet verbonden, — men heeft er een scheepvaartkanaal naar Brest, en er bestaat een geregeld stoombootverkeer met Paimboeuf, St. Nazaire en Bordeaux. De haven kan 200 schepen bergen, doch geene grootere dan van 300 ton, — de overige lossen en laden te St. Nazaire, zoodat deze de eigenlijke haven is van Nantes. Hier behoorden tegen het einde van 1874 ruim 640 zeilschepen en 35 stoombooten te huis. — In de dagen der oudheid droeg Nantes den naam van Civitas Namnetum en zij was toen eene van de aanzienlijkste steden van Aremorica. In de middeneeuwen werd zij meermalen door de Noormannen verwoest en was vervolgens de zetel der graven en hertogen van Bretagne. Den 13den April 1598 werd er door Hendrik IV het vermaarde „Edict van Nantes” uitgevaardigd, hetwelk aan de Protestanten in Frankrijk godsdienstvrijheid verleende, maar den 22sten October 1685 door Lodewijk XIV is opgeheven. Gedurende de Groote Revolutie heeft deze stad veel geleden, zoowel door den oorlog der Vendée, welke tot onder hare muren werd gevoerd, als door de vreeschlijke teregtstellingen op last van Carrier en door den stilstand van den handel.