Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Mierenleeuw

betekenis & definitie

Mierenleeuw (Myrmeleon) is de naam van een insectengeslacht van de familie der Gaasvliegen, tot de orde der Peesvleugeligen (Neuroptera) behoorend. Men heeft zeer vele soorten van dat geslacht in alle werelddeelen, ook in Europa, maar meestal in de zuidelijke landen. In ons Vaderland kennen wy slechts ééne soort, die er des zomers, gelijk elders, in het mulle zand trechtervormige kuilen graaft, om aldaar hare prooi te bemagtigen. Het masker heeft een platten kop met zeer lange, schaarvormige kaken, een klein borststuk en een dik achterlijf; de kleur is vuilbruin of graauw.

Dit masker loopt steeds achteruit. De mierenleeuw graaft, gelijk wy zeiden, een kuiltje in den grond, verbergt zich dan in het midden van deze holte onder het zand, maar steekt de kaken er buiten. Loopt nu eene mier of een ander insect over den rand van zijne schuilplaats, dan valt het alligt in de openstaande kaken, of anders werpt de mierenleeuw met zijn kop zand op zyne prooi, om deze naar beneden te doen tuimelen. Daarna zuigt hy haar uit en werpt de huid buiten den kuil. Is de larve volwassen, dan spint zij een bolletje van zand om zich heen en verandert in eene pop.

Vier weken daarna komt het volkomen insect te voorschyn. Dit laatste is 3 Ned. duim lang bij eene vlugt van 6 duim. Zyn kop is zwart en getygerd, zyne sprieten zijn kort, knodsvormig en zwart. Het borststuk is leikleurig met vuil-oranje vlekjes en het achterlijf leikleurig met geelachtig-witte zoomen aan het eind der ringen. De mierenleeuw vliegt alleen in de schemering.

< >