Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 09-08-2018

Michigan

betekenis & definitie

Een der noordelijkste deelen der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, bestaat uit 2 schiereilanden. Het zuidelijke, tevens het grootste, strekt van de grenslijn der Staten Indiana en Ohio (44 geogr. mijl lang) over een afstand van 61 geogr. mijl zich uit tusschen het Erie-, St. Clair- en Huronmeer, (welke door de straten Detroit en St. Clair met elkander verbonden zijn) in het oosten, en het Michiganmeer in het westen tot aan de straat van Mackinaw (9 geogr. mijl lang), welke de laatstgenoemde 2 meren vereenigt.

Het Michiganmeer, 74 geogr. mijl lang en 18 breed en met eene diepte, welke hier en daar tot 250 Ned. el daalt, ligt 180 Ned. el boven de oppervlakte der zee en heeft eene oppervlakte van 1038 geogr. mijl. Het noordelijke , tevens het kleinere schiereiland, strekt van de grensrivieren Montreal en Menomonee (bij Wisconsin) zich uit tusschen het Bovenmeer ten noorden en het Michiganmeer ten zuiden, tot aan de straat van St. Mary (31 geogr. mijl lang), welke het Bovenmeer met het Huronmeer vereenigt.

De beide schiereilanden hebben eene uitgebreidheid van 2655 geogr. mijl; van deze bezit het noordelijk schiereiland slechts 850. Dit laatste is woest, bergachtig en schilderachtig, vooral aan de kust van het Bovenmeer; het is ongeschikt voor den landbouw, maar rijk aan steenkolen en metalen, vooral aan koper. Het zuidelijke schiereiland daarentegen heeft een golvenden bodem, verheft zich slechts tot 600 Ned. el boven de oppervlakte der zee en wordt door onderscheidene rivieren en beken mild besproeid. Het klimaat is er in het algemeen gestreng, vooral in het noordelijk gedeelte. De winters duren er van November tot April, de herfst en de lente zijn er kort, en de zomer is er zeer warm. Op vele plaatsen heerschen er galkoortsen en tusschenpoozende koortsen. Een groot gedeelte van Michigan is met prachtige bosschen van eiken, esschen, linden, olmen, suikerahornen, populieren en pijnboobem bedekt, — een ander gedeelte met eene oppervlakte van 335 o geogr. mijl bestaat uit drooge en natte prairieën en moerassen. Men heeft er echter ook deugdzame gronden, zoodat het land den naam van vruchtbaar verdient.

Tarwe, aardappels en rogge worden er in groote hoeveelheden verbouwd. De mijnontginning wordt er met kracht gedreven. Het land is reeds van verschillende spoorwegen doorsneden, en het aantal inwoners beloopt ongeveer 1 1/3 de millioen (1876). Voor het onderwijs is goed gezorgd: men heeft er eene universiteit te Ann-Arbor, die in 1876 bij 44 hoogleeraren 1183 studenten telde, — eene landbouw-académie te Lansing, — eene kweekschool voor onderwijzers te Ypsilanti, en eene menigte volksscholen. Deze Staat, met Lansing als hoofdstad, werd in 1837 in de Unie opgenomen en stelde in 1850 eene nieuwe grondwet vast. Volgens deze is er een Senaat van 32 en eene Kamer van Vertegenwoordigers van 100 leden. De uitvoerende magt is in handen van een voor 2 jaar gekozen gouverneur, en Michigan zendt naar het Congrès 2 senatoren en 6 volksvertegenwoordigers.

< >