Een der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, omvat het oeverland der Chesapeakbaai (58 geogr. mijl lang) en strekt zich uit tusschen Pennsylvanië, Delaware en Virginia met eene smalle strook langs de Potomac tot aan de westelijke helling van het Alleghanygebied. Het binnenland is er zeer vruchtbaar; het levert vooral ijzer,aluin, steenkolen, tabak en allerlei soorten van graan en ooft. Deze Staat telt op 441 ⅗ de geogr. mijl ruim 780000 inwoners (1870), onder welke zich ongeveer 600000 Blanken bevinden. De slavernij is er den pten Januarij 1863 afgeschaft.
Graan en schapen, wollen en katoenen stoffen, leder en ijzeren voorwerpen zijn er de voornaamste voortbrengselen. De handel is er zeer aanzienlijk. Voor het onderwijs werd er te voren slecht gezorgd; het is echter in de laatste jaren aanmerkelijk verbeterd.
Ook wordt het land meer en meer van spoorwegen doorsneden. — Dit land werd in den aanvang der 17de eeuw door kapitein Smith bezocht. Karel I, koning van Engeland, gaf het in 1632 in leen aan Calvert, lord Baltimore. Deze noemde het Maryland ter eere der Koningin en opende er eene wijkplaats voor de vervolgde R. Katholieken, zonder evenwel de aanhangers van andere kerkgenootschappen uit te sluiten. De kolonie ontwikkelde zich voorspoedig, ontving in 1650 een vertegenwoordigenden regéringsvorm, werd in 1776 een vrije Staat, en trad in 1788 toe tot de Unie. Zijne tegenwoordige grondwet dagteekent van 1851; de wetgevende magt is er in handen van een Senaat van 22 voor den tijd van 2 jaar gekozene leden en van eene Tweede Kamer, die uit 74 voor 2 jaar gekozene leden bestaat, en de gouverneur, voor 4 jaar gekozen, is met de uitvoerende magt bekleed. Maryland zendt 5 vertegenwoordigers naar het Congrès. De zetel der regéring is Annapolis met omstreeks 5000 inwoners, en de aanzienlijkste stad is Baltimore (zie aldaar).