Marenco. Onder dezen naam vermelden wij:
Carlo, graaf Marenco, een Italiaansch dichter. Hij werd geboren den lsten Mei 1800 te Cassolo, studeerde te Turijn in de regten en wijdde zich daarna aan de beoefening der dichtkunst. In 1828 werd zijn treurspel: „Buondelmonte” te Turijn opgevoerd, achtervolgd door de treurspelen: „Le famiglia Foscari,” — „Adelisa,” — het beroemde stuk: „La Pia de’ Tolommei,” — „Berengario,” enz. Hij overleed den 20sten September 1843, en na zijn dood verschenen zijne: „Tragedie inedite (1856).” Leopoldo, graaf Marenco, een zoon van den voorgaande en desgelijks een Italiaansch dichter. Hij werd geboren den 8sten November 1831 te Ceva in Piémont, schreef in 1850 het treurspel: „Isabella Orsini,” en aanvaardde een jaar later eene betrekking bij het ministérie van Financiën. Daarna leverde hij de treurspelen: „Piccarda Donati,” — „Saffo,” — en „Speronella,” en bepaalde zich vervolgens tot tooneel- en blijspelen, van welke wij noemen: „Arimanna (1874)” en „Corrado (1875).” Van 1860—1864 was hij te Bologna en van 1864—1871 te Milaan hoogleeraar in de Italiaansche letterkunde, en na dien tijd houdt hij zich uitsluitend bezig met de poëzij. Thans (1877) verwacht men van hem een drama, getiteld: „Martino Lutero.”
