Onder dezen naam vermelden wij:
Robert Livingston, een Noord Amerikaansch staatsman. Hij werd geboren te New-York in 1764, was bij het uitbarsten van den onafhankelijkheidsoorlog advocaat, onderteekende als lid van het eerste Congrès de vrijverklaring der Koloniën, aanvaardde in 1780 de portefeuille van Buitenlandsche Zaken en werd na het vaststellen der constitutie kanselier der Unie. In 1801 onderhandelde hij, als gevolmagtigde der Vereenigde Staten in Frankrijk, met den Eersten Consul over den afstand van Louisiana; — voorts bevorderde hij vooral de stoomvaart en de industrie in het algemeen, en overleed den 26sten Maart 1836.
Eduard Livingston, desgelijks een NoordAmerikaansch staatsman, een broeder van den voorgaande en ook in 1764 te New-York geboren. Hij vestigde zich in zijne geboorteplaats als advocaat, werd in 1794 lid van het Congrès, in 1802 staatspleitbezorger te New-York, maar vertrok in 1804 naar Louisiana, waar hij zich aan den landbouw wijdde en tevens te New-Orleans werkzaam was als advocaat. Gedurende den inval der Engelschen onderscheidde hij zich als adjudant van Jackson door zijne dapperheid. Later vervaardigde hij op last der Wetgevende Vergadering van Louisiana een wetboek van strafregt, waarin de doodstraf niet meer voorkwam. Het werd aldaar en ook elders ingevoerd. Tijdens het voorzitterschap van Jackson (1831) werd hij staatssecretaris en in 1833 gevolmagtigde te Parijs, waar hij de geldelijke zaken der Vereenigde Staten regelde. Hij overleed op zijn landgoed Montgomery den 23sten Mei 1836.
