Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Laotse

betekenis & definitie

Laotse. Van de 3 erkende Chinésche godsdiensten is die van Fo (het Boeddhaïsmus) uit Indië overgebragt; de beide andere daarentegen, de leer van Confucius en de Taogodsdienst of de leer van den regten weg behoren er te huis en hebben van ouds in het Rijk van het Midden bestaan. De stichter der Tao-godsdienst was Laotse, die door zijne volgelingen, evenals Boeddha door de zijne, als God en als mensch wordt beschouwd. De mensch Lao werd geboren in 565 vóór Chr. in een dorp van het district Honan, te voren Koe-hien, thans Loe-hien genaamd. Hij was een tijdgenoot van Confucius, maar ouder dan deze.

Zijn sterfjaar is onbekend. Toen hij de betrekking bekleedde van geschiedschrijver der dynastie Tsjéoe, ontving hij een bezoek van Confucius, die van hem inlichtingen begeerde omtrent de voormalige wijzen en hunne leer. Het antwoord van Lao en de hierop gevolgde opmerkingen van Confucius zijn in de schatting der Chinézen hoogst merkwaardig en worden gedurig herhaald. Zoo zeide bij die gelegenheid onder anderen: „De ware wijze aanvaardt een ambt, wanneer de tijdsomstandigheden gunstig zijn; hij legt het neder wanneer de tijdsomstandigheden ongunstig worden.” Zelf handelde hij naar dien regel, daar h|j zich aan de openbare zaken onttrok en in de noordelijke gewesten spoorloos verdween, toen de verwarring in het rijk van Tsjéoe gestadig toenam. Op verzoek van een zijner vrienden schreef hij het vermaarde boek „Taote-King (Het boek over de kracht en de werking)”, dat in 2 afdeelingen is gesplitst en tot de belangrijkste voortbrengselen der Chinésche letterkunde behoort.

Eene vertaling daarvan werd geleverd door Saint-Julien in: „Le livre de la voie et de la vertu (1842).” Een ander geschrift uit de school van Laotse leverde Neumann onder den titel: „Lehrsaal des Mittelreichs (1836).” Het is echter niet voldoende, om de wijsbegeerte van Laotse volkomen te kennen. Terwijl volgens de beginselen van Confucius de degelijke mensch ten nutte des vaderlands en der menschheid werkt en zwoegt zoolang hij leeft, moet deze, naar het gevoelen van Zoo, zich onttrekken aan het gewoel des levens en zich in eenzaamheid wijden aan wijsgeerige beschouwingen. In zoover komt deze godsdienst overeen met die van Boeddha en heeft, evenals deze, een groot aantal monniken- en nonnenkloosters. Deze godsdienst, aan de eene zijde verheven wegens hare uitspraken over de verfoeijelijkheid van den oorlog, is aan de andere zijde vermengd met eene groote mate van bij- en ongeloof, waarbij het water der onsterfelijkheid eene belangrijke rol vervult. De priesters van Laotse zijn om die reden zeer bemind en geacht bij het volk.

< >