Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Landseer (Edwin)

betekenis & definitie

Landseer, een uitstekend Engelsch schilder, was de zoon van den verdienstelijken graveur John Landseer (geboren in 1769 en overleden in 1852) en aanschouwde het levenslicht in 1802. Hij ontving onderwijs in de schilderkunst van zijn vader, bepaalde zich vooral bij het schilderen van dieren en vormde zich naar de natuur en naar het voorbeeld van Weenix. Hij leverde genrestukken, landschappen, portretten, bloemen en stillevens, maar verwierf inzonderheid als dierenschilder grooten roem. Reeds op 13-jarigen leeftijd zond hij zijne voortbrengselen naar de tentoonstelling; in 1816 werd hij leerling der Académie en 2 jaren later bezorgde zijn stuk: „De honden van den St.

Bernard, een onder de sneeuw bedolven reiziger opsporend” hem eene plaats naast de vermaardste schilders van zijn tijd. Daarna oefende hij zich geruimen tijd onder de leiding van den historieschilder Heydon en maakte grooten opgang. In 1826 zag hij zich benoemd tot buitengewoon lid der Koninklijke Académie, in 1831 tot gewoon lid, en in 1850 schonk de Koningin hem de ridderlijke waardigheid. Die van voorzitter der Koninklijke Académie, waartoe hij in 1866 gekozen werd, wees hij van de hand. Ook werd hij in 1847 lid van de Koninklijke Académie in België en verkreeg in 1855 de groote gouden medaille te Parijs.

Zijne tafereelen van dieren hebben door een eigenaardigen humor eene ongemeene aantrekkelijkheid, zoodat hij den eernaam van „Shakspere van het dierenrijk” verwierf, en zij zijn door gravures algemeen bekend geworden. Minder grooten lof heeft men toegekend aan zijne fresco’s. Ook heeft hij een en ander geleverd op het gebied der beeldhouwkunst. Tot zijne beste stukken behooren: „Low and high life (1831)”, — „Comical dogs (1836)”, — „Lady Fitzharris met haar schoothondje”, — „Laying down the law”, — „Koningin Victoria en hare kinderen (1845)”, — „Refreshment”, — „The first lesson (1847)”, — „Deer-stalking (1858)”, — en „Dialogue at Waterloo”. Hij overleed na eene langdurige ongesteldheid den 1sten October 1872. — Ook zijn oudere broeder Charles Landseer heeft zeer verdienstelijke schilderijen geleverd.

< >