Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 08-08-2018

Landes (Les)

betekenis & definitie

Les Landes noemt men in Frankrijk de zandvlakten, die zich langs de kust der Golf van Biscaye tusschen de Gironde en de Pyreneën over eene lengte van 31 met eene breedte van 7 tot 12 geogr. mijl uitstrekken en digt bij de zee met hare hooge duinen, zoute plassen, heidevelden, moerassen, hier en daar afgewisseld met eenige weilanden, en met enkele plekjes, waarop zich denneboomen en gehuchten verheffen, tot de somberste en minst bekoorlijke streken van Europa behooren. Het geheel heeft eene oppervlakte van 131 □ geogr. mijl. De kustmeren, zooals die van Hourtin, Lacanau, Arcachon (22/3de □ geogr. mijl en het eenige, dat met de zee in verband staat), Cazau, Bicarosse (1 □ geogr. mijl groot), St. Julien, Leon, Souston en Tosse, liggen lager dan de waterspiegel tijdens de ebbe en zijn derhalve overblijfselen der zee; de kleinere, meer zuidelijk gelegen, hebben een door zand overdolven afvoerkanaal naar zee.

De duinen zijn er 1 geogr. mijl breed en 30 tot 70 Ned. el hoog, hier en daar door duinpannen of dalen gescheiden, en veranderen gedurig van gedaante, terwijl zij aanhoudend verder landwaarts rukken. Op last van Necker is in 1789 een gedeelte daarvan bezaaid en beplant met dennen en kurk-eiken, en wel met zeer goed gevolg. In den aanvang van 1854 waren ruim 6 □ geogr. mijl bezaaid. Achter de dorre duinen ligt eerst eene groene strook en daarachter een groot woud van zeedennen en wilgen. De onvruchtbaarheid der daarachter tot eene onafzienbare vlakte zich uitstrekkende heidevelden is vooral gelegen in den aard van den grond, die uit hard kwartszand bestaat.

Bruine heidegewassen, brem en mos bedekken er den bodem. Gedurende 4 maanden van het jaar zijn deze steppen gedeeltelijk met water bedekt. De bewoners der Landes, in het oostelijk gedeelte in verstrooide dorpen gevestigd, zijn Gascogners. Hunne levenswijze is ruw en aartsvaderlijk; zij wonen in ellendige hutten, en doorloopen op hooge stelten met ongemeene behendigheid deze zanden watervlakten.

Het departement des Landes, na dat der Gironde het grootste, maar tevens een der minst bevolkte van Frankrijk, omvat de voormalige landschappen Pays des Landes, Chalosse en Condomois de Gascogne, een gedeelte van Bordelais en Guyenne en een stuk van Bearn, en telt op ruim 169I/4de □ geogr. mijl 300000 inwoners. De Adour, welke hier links de Gabas, Luy, Louts en Gave-de-Pau en regts de Midouze opneemt, vormt de natuurlijke grens tusschen het verreweg grootere noordelijke gedeelte, bijna geheel uit heidevelden bestaande, en van het kleinere zuidelijke gedeelte, waar op een ligten krijtgrond wijnbergen, maïsvelden enz. elkander afwisselen. Men delft voorts in het zuiden allerlei bouwsteen, marmer, mergel, porseleinaarde en veel ijzererts. Van belang is er het groote woud van het oude Aquitanië, hetwelk tusschen Dax en de groote Etangs eene breedte heeft van bijna 3½de geogr. mijl en het sieraad uitmaakt van het landschap Marensin. Het klimaat is in de heidevelden in weerwil van de nabijheid der zee een waar vastelands-klimaat, guur in den winter en heet in den zomer. Gedurende 9 maanden is er de lucht verpest door de uitwasemingen van het stilstaand water. De nijverheid is er weinig ontwikkeld; men vervaardigt er leder, laken, grove wollen stoffen, zeildoek en tafelgoed.

De handel wordt er bevorderd door de bevaarbare Adour, Midouze en Gave-de-Pau, door de nabijheid van Bayonne en door den spoorweg, die van Bordeaux naar den Etang d’Arcachon en verder over Dax naar Bayonne loopt, met zijtakken naar Pau en Tarbes. Tot de uitvoer-artikelen behooren vooral varkens, schapen, ham, kurk, hout, teer en hars. — Dit departement vormt het geestelijk gebied van den bisschop van Aire en is verdeeld in 3 arrondissementen, 22 cantons en 331 gemeenten. De hoofdstad is Mont-de-Marsan, aan het vereenigingspunt van de Midou en de Douze en aan den spoorweg naar Tarbes gelegen. Zij telt 6000 inwoners; men heeft er eene regtbank van eersten aanleg, een hof van assises, een vredegeregt, een lycéum, eene kweekschool voor onderwijzeressen, eene openbare boekerij, een genootschap voor kunst en wetenschap, een voor landbouw en nijverheid, een schouwburg, fraaije wandelparken en een entrepot van den brandewijnhandel van Bayonne. De handel bepaalt er zich tot hars, wijn, peulvruchten, oliezaad en varkens. De hoofdplaats van het kleine landschap Chalosse is Saint-Sever, nabij de Adour, met 5000 zielen en de overblijfselen eener vermaarde, reeds in 993 gestichte abdij.

< >