Lacroix. Onder dezen naam vermelden wij :
Sylvestre François Lacroix, een uitstekend Fransch wiskundige, geboren te Parijs in 1769. Op aanbeveling van zijn leermeester Monge verwierf hij eene betrekking van leeraar in de wiskunde aan de zeevaartschool te Rochefort, doch reeds in 1786 riep Condorcet hem naar Parijs terug, om er als zijn plaatsvervanger aan het lycéum, werkzaam te wezen. In het volgende jaar werd hij leeraar aan de militaire school te Parijs en verkreeg bij de opheffing van deze (1788) een hoogleraarsambt aan de artillerieschool te Besançon. Daarna werd hij in 1793 examinator der officieren, in 1794 chef de bureau bij het comité voor openbaar onderwijs en hoogleeraar aan de normaalschool, in 1799 hoogleeraar aan de polytechnische school, later aan de universiteit en in 1815 ook aan het Collège de France. In 1821 legde hij evenwel zijne betrekkingen neder, met uitzondering van het professoraat.
Reeds in 1787 had hg een eereprijs van de Académie van Wetenschappen verworven; in 1789 werd hij correspondent van dat ligchaam en in 1799 lid van het Instituut. Hij overleed den 24sten Mei 1843. Lacroix bemoeide zich niet met de staatkunde, maar enkel met de wetenschap. Hij heeft onderscheidene voortreffelijke leerboeken geschreven, die door Schmidt in het Nederlandsch vertaald zijn, zooals „Beginselen der Meetkunde”, „Beginselen der Algebra”, „Beschrijvende meetkunst” enz. Voorts noemen wij van hem : „Traite du calcul différentiel et du calcul intégral (1797, 2 dln en later)”, — „Traité des différences et des séries (1800, 3 dln, en later)”, — en „Cours des mathématiques (1797—1816)”, waarin ook gemelde leerboeken zijn opgenomen.
Paul Lacroix, een Fransch schrijver, bekend onder den naam van Bibliophile Jacob. Hij werd geboren te Parijs den 27sten Februarij 1806 en is zijn letterkundige roem verschuldigd aan eene lange reeks van romans en aan eenige drama’s. Van laatstgenoemden vermelden wij : „La maréchale d’Ancre (1829)” en eene vertaling van den „24 Februarij” van Werner. Ook leverde hij vele geschied- en oudheidkundige werken, zooals: „Histoire du XVIme, siècle en France” (1834)”, — en het met Séré uitgegeven boek: „Le moyen âge et la renaissance (1847—1852 , 5 dln)”. Ook stichtte hij met Thoré het: „Bulletin de l’alliance des arts (1842—1848)” en bezorgde nieuwe uitgaven van Rabelais, van de „Cent nouvelles de Louis XI”, van de „Contes et nouvelles” van Lafontaine enz. Eindelijk schreef hij vele opstellen in tijdschriften, vervaardigde eene keurlezing uit de werken van Aretino en behoorde onder den pseudoniem Pierre Dufour tot de 3 vervaardigers van de: „Histoire de la prostitution chez tous les peuples du monde (1857—1852,6 dln)”. In het jaar 1855 werd hij conservator aan de boekerij van het Arsenaal. — Zijn broeder Jules Lacroix, geboren te Parijs den 7den Mei 1809, is desgelijks schrijver van een groot aantal romans, — voorts van een bundel gedichten: „Les Pervenches (1838)", van 2 drama’s, van eene vertaling van den „Oedipus Tyrannus” van Sóphocles van de oden van Horatius en van de schimpdichten van Persius en Juvenalis.